De Belgische holdingmaatschappij Ackermans & van Haaren is een belangrijke steunpilaar voor het KMSKA. International Relations & Corporate Affairs Officer en voormalig Antwerps schepen van Cultuur Philip Heylen doet graag het waarom van hun engagement uit de doeken.

Waarom vinden jullie het belangrijk om dit soort partnerschappen aan te gaan?

Philip Heylen: “Wij vinden dat je je als bedrijf onmogelijk kan ontwikkelen en ondernemen als je niet kijkt naar wat er in de samenleving gebeurt. Met de groep hebben we allerlei duurzame verbintenissen, met een focus op het socio-economische, sociale en culturele. Qua cultuurengagement hebben we een traditie. Met het o.a. het Middelheimmuseum en het Museum Mayer Van den Bergh. En dus ook met het KMSKA. Via ons partnerschap trachten we ze naar een hoger niveau te tillen. Financieel, maar ook via ons netwerk en expertise.”

Vanwaar de keuze voor het KMSKA?

“Er is natuurlijk die formidabele collectie met zeven eeuwen kunst, van Vlaamse Primitieven tot moderne meesters. Maar voor mij spelen ook de geschiedenis, de plek en de schoonheid van het gebouw een rol. Het KMSKA gaat terug naar de wortels van Antwerpen en de Antwerpenaar. De band met de Scheldestad en de provincie is belangrijk voor A&vH, want onze stichtende families zijn hier al lang actief. We hebben met de groep een bijzondere inspanning gedaan. Met Private Bank Delen voorop, maar ook met Bank Van Breda en A&vH zelf. We waren al langer lid van De Vrienden van het Museum, het is dus een versteviging van het engagement dat we al vele jaren hebben.”

Wat is je lievelingswerk uit de collectie?

“Als je het nieuwe museum vandaag binnenwandelt, word je getrakteerd op een cultureel vuurwerk. ‘Het is den bloemekee!’ zoals we in Antwerpen zeggen, het hoogtepunt van het vuurwerk. Je wordt erin meegezogen en die sensatie blijft uren duren, als in een roes. Geloof me: dit zal Antwerpen voor véle jaren opnieuw op de kaart zetten.

Het is dus moeilijk kiezen, maar als het toch moet, kies ik voor de ‘Madonna omringd door cherubijnen en serafijnen’ van Jean Fouquet. Een schilderij uit de 15de eeuw en toch oogt het modern. Het is een visionair werk van een ongewone elegantie, dat aan je ribben blijft kleven. Voor mij is het onze Mona Lisa. Ik hou ook van ‘Cleopatra’ van Alexandre Cabanel. Een mooi, groots en theatraal schilderij, uit de periode van de Romantiek. Mensen werden toen ondergedompeld in het pas ontdekte Egypte en zijn exotiek. En ik heb zelf ook een fascinatie voor Egypte, dat speelt mee.”

Waar kijken jullie het meest naar uit tijdens dit partnership?

“Ik vind het belangrijk dat het KMSKA geen passieve plek is. Wij willen in wisselwerking met het museum graag nieuwe dingen helpen ontwikkelen en de kansen vergroten, zodat een kersvers jong publiek en de kunstliefhebbers opnieuw massaal op ontdekking willen gaan. Het moet ook een huis worden dat mensen meer dan één keer willen bezoeken. De toegangsprijs is laag en de collectie is zo uitzonderlijk dat je er gerust meerdere keren per jaar naartoe kan, zoals naar de Zoo of een mooi park. Via onze relaties willen we de komende jaren ook duizenden extra bezoekers naar het museum brengen.

Tot slot: nogal wat mensen waren de voorbije jaren geënerveerd omdat het allemaal zo lang heeft geduurd. Maar er is steeds hard verdergewerkt. Ik wil het management en het hele KMSKA-team daar een dikke pluim voor geven. De collectie heeft gereisd, ze is een uithangbord geweest en heeft nieuwsgierigheid opgewekt in allerlei buitenlanden waar we nog lang profijt van zullen hebben. Daarom zeg ik: Je moét dit zien! Het nieuwe museum is van ons allemaal: van Antwerpen, van Vlaanderen, van België. Laten we hier met z’n allen nu maar eens heel hard van genieten en stinkend trots op zijn.”