Jan van den Nieuwenhuijzen (ex-SD Worx) en Piet Bevernage (Ackermans & van Haaren) zijn ondernemers met een hart voor kunst. Kunstsponsoring zit bovendien in het DNA van hun bedrijf. Ons museummagazine ZAAL Z bracht hen in de gloednieuwe museumshop rond de tafel voor een gesprek over de Vrienden van het KMSKA, maar beide heren staken ongevraagd van wal met lof voor ZAAL Z. We sputterden niet tegen.

Piet Bevernage: ‘Ik kijk telkens weer uit naar een nieuw nummer omdat de keuze van onderwerpen en gesprekspartners steeds verrassend is. Ook het museum zelf wordt telkens vanuit een andere hoek belicht. Ik leer altijd weer iets bij. Bovendien is het magazine een verzamelobject.’

Jan van den Nieuwenhuijzen: ‘Wij zijn met de Vrienden blijven pleiten voor het behoud van ZAAL Z. Een magazine met die kwaliteit kost natuurlijk geld en er zijn altijd budgettaire beperkingen. De Vrienden nemen intussen een deel van de drukkosten op zich en maken zo het blad mee mogelijk.’

Bevernage: ‘We hopen dus allebei dat het blad wordt voortgezet na de heropening.’

Jan van den Nieuwenhuijzen, u werd voorzitter in 2010, het sluitingsjaar. Was dat niet ondankbaar?

van den Nieuwenhuijzen: ‘Ja en nee. Je kan het gesloten museum als een bedreiging maar ook als een opportuniteit zien. KMSKA sloot om beter en groter te worden. Daar moet je als Vrienden je schouders onder zetten. In die periode brachten we groepsbezoeken aan KMSKA-tentoonstellingen extra muros en aan de musea van Gent en Brugge, en bleven we ons jaarlijks diner organiseren: op verschillende locaties in Antwerpen – het stadhuis, Veilinghuis Bernaerts en Bank van Breda – en met prominente sprekers. Met de bedrijvenclub hebben we kunstenaarsateliers bezocht, onder meer dat van Sam Dillemans.’

Hoeveel leden zijn er momenteel?

van den Nieuwenhuijzen: ‘Onze prognose was dat tijdens de sluiting het aantal leden zou dalen van 900 naar 600. Dat bleek wonderwel te kloppen. Maar zodra de werf deels toegankelijk was en de gevel gerestaureerd, hebben we werfbezoeken opgenomen in ons aanbod. We konden campagne beginnen voeren en zo steeg ons aantal leden opnieuw. Nu zijn er ongeveer 1400. Dat is uitzonderlijk voor een gesloten museum, in een periode waarin zowat alle musea kampen met een verminderend aantal Vrienden.’

De voorzittersfakkel wordt doorgegeven aan Piet Bevernage. Is er al overleg geweest?

van den Nieuwenhuijzen: ‘Piet was al lid van de raad van bestuur toen ik voorzitter werd. Hij kent het reilen en zeilen van de Vrienden.’

Bevernage: ‘Ackermans & van Haaren steunt KMSKA ononderbroken sinds de jaren negentig en wij zijn altijd graag betrokken bij wat er in het museum gebeurt. De nieuwe voorzitter wordt begin juni benoemd en we zijn volop bezig met de samenstelling van de raad van bestuur, die deels vernieuwd wordt. Dat is de beste manier om continuïteit te bewaren en voor nieuwe impulsen te zorgen. We streven ernaar een afspiegeling van de samenleving te zijn.’

Jan van den Nieuwenhuijzen en Piet Bevernage

Hoe ziet u de rol van de Vrienden?

Bevernage: ‘Ik wil geen te grote verklaringen afleggen over de toekomst: daarover moet overlegd worden met het nieuwe bestuur. Maar ik schuif graag drie thema’s naar voren: verbinding, onthaasting en multidisciplinariteit. Verbinding betekent dat we de Antwerpenaar willen aanspreken maar ook de wereld buiten Antwerpen. Deze stad trekt jaarlijks twee à drie miljoen toeristen aan en de haven heeft veel zakelijke partners. Iedereen moet ervan overtuigd worden om het kmska te bezoeken. We zoeken verbinding met andere musea: Gent en Brugge maar ook Brussel, Luik en Doornik. Ook onze kinderen en kleinkinderen moeten de weg naar het museum vinden. En niet in de laatste plaats moeten we serieuze inspanningen leveren om ook onze medeburgers met een migratieachtergrond zich in het museum thuis te laten voelen.’

Wat kunnen de Vrienden concreet betekenen?

van den Nieuwenhuijzen: ‘Ze zijn de ambassadeurs van het KMSKA. Nog concreter: we hebben de voorbije jaren bijgedragen aan de restauratie van een aantal schilderijen, zoals De roze strikken van Paul Delvaux. Het verwerven van nieuwe werken is moeilijk, daarvoor zijn onze middelen te beperkt.’

Bevernage: ‘We willen met de Vrienden ook de kleinere ondernemer en de zelfstandige aanspreken om hun steentje bij te dragen: zij kunnen voor 2000 euro per jaar lid worden als “Kunstondernemer”. Een partnership, mecenaat of corporate sponsorship is voor hen vaak te duur. Het museum kan alle financiële steun gebruiken.’

Mogen de Vrienden inhoudelijke suggesties doen?

Bevernage: ‘Ik ben er zeker van dat directeur Carmen Willems daarvoor openstaat. In 1993 stond Antwerpen in rep en roer voor de tentoonstelling met de retabels. Dat soort publiekstrekkers geeft een grote dynamiek aan de stad. Daarnaast vind ik fijnproeverstentoonstellingen belangrijk: intimistische, kleinschalige expo’s met jonge kunstenaars in een van de nieuwe witte zalen. Ik denk bijvoorbeeld aan iemand als Ilse D’Hollander. Als je enkele kleinere accenten per jaar kan leggen, houd je het museum boeiend en levendig.’

van den Nieuwenhuijzen: ‘Het museum kan ook actuele thema’s aankaarten en het verband leggen met de geschiedenis: corona nu en de pest vroeger, of neem het vluchtelingenthema. Daar zijn zoveel schilderijen over gemaakt.’

In welke liga moet KMSKA volgens jullie spelen?

van den Nieuwenhuijzen: ‘We moeten realistisch zijn, hoe erg we dat als Antwerpenaar ook vinden. (lacht uitbundig) Het is te hoog gegrepen om bij de internationale topmusea te willen horen, zoals het Prado en het Louvre. Het moet onze ambitie zijn om er in de tweede liga te stáán. Met onze collectie,