Tot voor kort was de linkersokkel aan de monumentale trap op het museumplein leeg. Nu kan je niet naast de nieuwe sculptuur van Lili Dujourie kijken. Ze maakte het in opdracht van de stad Antwerpen naar aanleiding van de heropening museum.

Mimesis is het eerste kunstwerk dat Lili Dujourie maakt voor de publieke ruimte, alsook haar eerste werk vervaardigd in brons. Dujouries sculptuur maakt op onverwachte manier gebruik van de sokkel die de linkerzijde van de trappen van het KMSKA flankeert. Traditioneel dienen sokkels om afstand te creëren tussen beeld en toeschouwer, tussen het kunstwerk en de “gewone wereld”. Hier grijpt het kunstwerk echter om zich heen en reikt tot aan de grond: het schiet als het ware wortel in de Leopold de Waelplaats en vindt vaste grond in de gedeelde publieke ruimte van de stad. Dujourie verbindt zo het museum met de wereld en verkleint de afstand tussen de straat en het imposante museumgebouw. ​

Het ontwerp van Lili Dujourie werd geselecteerd uit drie voorstellen gemaakt door evenveel internationaal gerenommeerde kunstenaars die gevraagd waren om in het kader van deze site-specifieke opdracht een ontwerp in te dienen. Het kunstwerk is onderdeel van de collectie Kunst in de Stad, de stedelijke verzameling kunstwerken in de publieke ruimte van Antwerpen. ​

Over het kunstwerk

De heldere lijnvoering van de bronzen wortelpartij verwijst naar de teken- en schilderkunst, hier niet afgezet op papier of canvas maar tegen een achtergrond van blauwe steen. De kleur en textuur van het bronzen kunstwerk werden afgestemd op de andere aanwezige kunstwerken in de onmiddellijke omgeving: Faam van Léon Mignon (1896, ook Hulde aan Antoon van Dyck genoemd, collectie KMSKA) op de tegenoverstaande sokkel en Diepe Fontein van Cristina Iglesias (2006, collectie Kunst in de Stad). Met dit laatste werk deelt Mimesis ook een verwijzing naar de natuur en organische vormen. ​

De natuur is samen met de menselijke vorm wellicht het meest inspirerende motief in de Westerse kunstgeschiedenis. En net zoals de geschilderde of geboetseerde lichamen aanwezig in de collectie van het KMSKA geen realistische weergave zijn van het gemiddelde mensenlijf maar net een ideaalbeeld uitdragen, is ook de natuur lang onderwerp geweest van een artistiek streven naar perfectie. De traditie van nabootsing van de ideale wereld in de kunsten wordt kunsthistorisch benoemd met het oud Griekse woord mimesis.

Dujouries nieuwe kunstwerk verwijst naar deze traditie en is er ook een uitdieping van. Hier geen geïdealiseerde of naturalistische nabootsing van een boom, maar de weergave van de gedachte aan een boom. Aan boomwortels die ongezien, want in het duister, al millennia lang deel uitmaken van een vitaal systeem. Een wereldwijd, ondergronds netwerk van samenwerking en genezing. Dat wat normaliter onzichtbaar, ondergronds blijft wordt hier onderwerp van reflectie en waarneming.

Foto's: Sigrid Spinnox

Symbool van groei en oorsprong

Het bronzen netwerk van boomwortels dat over de sokkel “groeit” draagt vele symbolische associaties in zich die doorheen de tijd zullen vergroeien of meegroeien met de stad en het museum. Dujourie toont dat een museum(gebouw) ook een bron van leven kan zijn. De wortels refereren ook aan het verleden als voedingsbodem: net als boomwortels is ook de (kunst)geschiedenis grillig vertakt en dus altijd meervoudig, niet rechtlijnig. Wortels zijn een sterk symbool van oorsprong en inspiratie, van voeding en groei. Als musea bewaarplekken zijn van erfgoed, mogen we niet vergeten dat ook dit erfgoed een complexe en fijnmazige geschiedenis heeft die voortkomt uit uiteenlopende wortels. Het motief van de boom roept ook een ecologische lezing van het werk op, waarbij de natuur als oerkracht opgeroepen wordt in relatie tot de menselijke cultuur. ​

Over Lili Dujourie

Het werk van Lili Dujourie (°1941, Roeselare, België) vermengt invloeden van Vlaamse Primitieven zoals Jan Van Eyck met haar persoonlijke, vanuit de laat jaren ’60 vertrekkende artistieke benadering. Dujourie is zowel een solitaire als centrale figuur in de Belgische kunst. Haar kernthema’s zijn de relatie tussen natuur en cultuur, het verstrijken en het gewicht van de tijd en haar zoektocht naar een emotioneel begrip van ruimte. Haar sculpturale ingrepen vechten een strijd uit tussen schilderij en sculptuur, tussen abstractie en figuratie en tussen hun fysieke aanwezigheid en hun omgeving. Ze werkt o.a. in marmer, papier-maché, staal, lood, fluweel en keramiek, waarbij ze decoratie en ornament een centrale rol geeft en speelt met de sensualiteit en directheid van de materialen.