Niet alle zalen in het nieuwe museum zijn hagelwit of baden overvloedig in het daglicht. Op een tussenlaag in het museum verstopte KAAN Architecten een soort nocturama. Vergelijkbaar met zalen waar je in de dierentuin de nachtdieren terugvindt. We noemen deze drie kleine zalen ‘black boxes’ omdat ze verduisterd zijn. Alleen zijn de muren geschilderd in het mysterieuze blauw van de schemering. Dit diepblauw verandert net als de schemering van kleur mee met het licht. Soms kleuren de muren inktblauw, dan weer zijn ze donkerpaars.

De zalen zijn niet helemaal zonder licht. In het midden van elke zaal zit een glazen lichtkoker. Die koker verbindt de bovenste verdieping met de laagste verdieping van het nieuwe volume via vides. In de ‘black boxes’ snijden de vides als het ware door de zalen heen met glazen wanden. Afhankelijk van wat we tonen in deze zalen, laten we meer of minder licht toe.

1. Prentenkabinet

Een eerste nocturmazaal wijden we aan de wereld van kunst op papier. Ongeveer een vierde van de KMSKA-collectie bestaat uit werken op papier. Deze meer dan 2.000 tekeningen, schetsboeken, aquarellen en prenten zijn veelal lichtgevoelig en kunnen we niet permanent tonen. Vooral tekeningen en grafiek hebben de neiging te vervagen wanneer ze te lang aan licht worden blootgesteld. In het verleden organiseerde het museum wel eens kleine expo’s met het beste uit deze bijzondere collectie. Daar hadden we niet echt een specifieke ruimte voor. Dankzij de verbouwing komt daar nu verandering in.

In het prentenkabinet kunnen we je zo’n drie maal per jaar verrassen met een nieuwe presentatie. Het is daarom de ideale plek voor eigen en externe curatoren om te experimenteren. Ze kunnen er op regelmatige basis ideeën, verhalen en composities aan de muren uittesten. Of we vragen hedendaagse kunstenaars om vanuit hun eigen interesses met de collectie van het KMSKA aan de slag te gaan. En eventueel te vermengen met eigen werk, of dat van andere musea. We maken van het prentenkabinet dus een kunstenlab. Starten doen we in ieder geval met een tentoonstelling rond de grote innovator Michel Seuphor. In 2021 ontving het KMSKA immers een mooie schenking van de familie van de kunstenaar.

Vanwege de vervagende aard van het werk dat hier de wanden vult, is de glazen koker in het prentenkabinet bijna helemaal afgedekt.
Werk van Seuphor in de eerste expo in het prentenkabinet. - Carré allégé pour un cercle puissant, Michel Seuphor, Collectie KMSKA - Vlaamse gemeenschap, © SABAM Belgium, 2022

2. Sculptuur

Lopen we verder in onze verduisterde wereld, komen we in een zaal met sculptuur. Of beter: kleinsculptuur. Het KMSKA bezit een aanzienlijke collectie kleine beeldhouwwerken, waarvan sommige heel fragiel zijn, of dat lijken te zijn. Zoals het portrethoofd dat Augustus Rodin maakte van zijn vrouw Rose Beuret, of twee versies van Lachend masker van Rik Wouters. Daarom brengen we ze samen in vitrines in de zaal Sculptuur.

In de zaal Sculptuur dekken we de glazen koker in het midden niet af. Met een gerichte verlichting op de beelden creëren we een intieme sfeer.
Het tere 'Lachend masker' van Rik Wouters in gips.

Een tweede reeks sculpturen geven een beeld van het modernisme. Edgar Degas, Oscar Jespers en Ossip Zadkine voeren daarbij de toon.

Andere kleinsculpturen kocht het KMSKA aan tussen 1950 en 1970 op de Biënnales die het Middelheimmuseum organiseerde. De kleinsculpturen getuigen van de hernieuwde creatieve en artistieke vrijheid die de naoorlogse kunstenaar ontdekte.

Figuratief of abstract, zwaarbeladen of juist vederlicht, als reactie op de samenleving of net los van elke referentie: de kleinsculpturen zijn een voorbode van de hedendaagse kunst.

Hoofd van Orpheus, Ossip Zadkine, toonbeeld van modernisme.
Veerman. Ontwerp voor brugbeeld van Esslingen van Bernhard Heiliger uit 1956 kocht het KMSKA in 1957 aan op de Biënnale van het Middelheim.

3. Schetsen

De laatste nocturamazaal heet Schetsen. Het KMSKA bewaart 122 terracottabeeldjes die de Antwerpse kunsthandelaar Charles Van Herck (1884-1955) verzamelde. Ze werden in 1996-1997 aangekocht door het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting. De beeldjes die het museum in bruikleen heeft, zijn bozetti of schetsen in klei. Kunstenaars maken ze om hun ideeën al een keer uit te werken voor ze beelden bijvoorbeeld uitkappen in marmer of laten gieten in brons. Tijdens een echte conservatiemarathon controleerde restaurator Nina Deleu in 2019 alle sculpturen en stofte ze af. Zo kunnen we nu de mooiste exemplaren tonen. Tussen de beelden door zal je hier ook werken vinden die we meestal met het woord ‘schets’ verbinden: getekend of geschilderd. Samen brengen de werken je dichter bij het maakproces van beeldhouwers en schilders.

 

Ook hier zorgen de muurkleur, verlichting en het beperkte licht voor sfeer en focus.
Gevecht tussen een amazone en een krijger, een schets in klei van Jacques Jean van der Neer