Karin Borghouts (Kapellen, 1959) woont en werkt in Kalmthout. Ze studeerde schilder- en beeldhouwkunst in Antwerpen, werkte als grafisch vormgever en ontpopte zich later als fotograaf. Sinds 2011 is ze werffotograaf van KMSKA. 

Interview door Eric Rinckhout. 

Wat doet de ‘werffotograaf’ van het KMSKA?

Karin Borghouts: “Ik heb zelf aangedrongen om die opdracht te krijgen omdat ik toen volop in musea aan het fotograferen was. Eerder had ik in het KMSKA al foto’s mogen maken tussen twee tentoonstellingen in. Dat was in het kader van mijn project Interludium, waarin ik in heel België tentoonstellingen in beeld bracht terwijl ze afgebroken of opgebouwd worden. Ook mocht ik een fotografische bijdrage leveren aan het imposante boek over de geschiedenis van het KMSKA dat in 2008 verscheen. Het was mijn droom om nog foto’s te kunnen maken van zo’n groots gebouw, dat bovendien verbouwd zou worden. In 1999 ben ik met fotografie begonnen en een van mijn eerste fotoprojecten was de TGV-werf in Antwerpen, met onder meer de tunnel onder het Centraal Station. Later bracht ik voor de vzw Stadsfotograaf bouwwerven in de hele stad in beeld. In de opdracht van het KMSKA kwamen dus enkele dingen samen die ik heel graag deed.”

Een historische museumzaal tijdens de renovaties - foto: Karin Borghouts
Een historische zaal na de renovaties - foto: Karin Borghouts

Dat aspect ‘bouwwerf’ sprak u dus aan?

Borghouts: "Dat is reuze (lacht). Nu wordt het museum stilaan afgewerkt, maar er is een periode geweest dat fotograferen een heel fysieke belevenis was: ik moest naar boven via provisoire trappen, akelige bouwliften of een stelling. Toen kwam ik vaak behoorlijk moe en vuil thuis, maar zo belééf je het gebouw. Mijn hoogtevrees heb ik in KMSKA leren overwinnen. Nog niet zo lang geleden ben ik tot aan het hoofd van een van de beelden op het dak geweest. Ik heb niet alleen op het dak gestaan maar heb ook foto’s gemaakt vanuit een wiegend bakje aan een bouwkraan. Zulke foto’s kan je anders nooit maken."

Afbraak en opbouw

Uw handelsmerk zijn lege ruimten. Hebt u een verklaring voor die fascinatie?

Borghouts: "Ik ben gevoelig voor ruimten, interieurs en gebouwen. Ik ben geen mensenfotograaf. Soms komt er wel werkvolk op mijn foto’s voor, omdat die fotoreeks toch een verslag moet vormen van de werkzaamheden in het KMSKA. Door de mensen kan je ook de schaal van het gebouw ervaren: het KMSKA is bovenmenselijk groot, wat ook een deel van de fascinatie uitmaakt."

Schrijnwerker nog aan het werk op de werf - foto: Karin Borghouts
Zicht op het nieuwe museumdak - foto: Karin Borghouts
Een zaal in het nieuwe museumvolume tijdens de verbouwingen - foto: Karin Borghouts
Een zaal in het oude museumvolume na de verbouwingen - foto: Karin Borghouts

Heel vaak fotografeer je een ruimte in transformatie: er is net iets gebeurd of er gaat iets gebeuren.

Borghouts: "Dat vind ik boeiender dan iets dat af is. Zulke ruimten hebben ook meer met het leven te maken dan een plek die helemaal in orde is. Alles is toch voortdurend in verandering, niet? Verval, afbraak, opbouw, vernieuwing… Ik toon de sporen van menselijke aanwezigheid en activiteit. Zo zie je dat ik wel degelijk in de mens geïnteresseerd ben." (lacht)

Jaloerse fotografen

Hoe belangrijk was uw schilderopleiding?

Borghouts: "Schilderen is altijd mijn grote passie geweest. Ik ben er op m’n 16de mee begonnen. Het talent heb ik van mijn beide ouders gekregen: zij hebben elkaar op een academie ontmoet. Door mijn opleiding vind ik ook dat een foto op groot formaat moet worden geprint en aan de muur moet hangen, als een schilderij. Dan komt ze het best tot haar recht."

Voor de werken van start gingen stonden de Rubenswerken een tijdlang vakkundig ingepakt in de Rubenszaal - Foto: Karin Borghouts

Ook in uw foto’s zitten schilderkunstige elementen: een muur doet door de verfstrepen aan een werk van Raoul De Keyser denken.

Borghouts: (lacht) "Er blijft een soort jaloezie bestaan van de fotograaf voor de schilder. Ik maak foto’s met een schildersoog. In sommige situaties zie ik schilderijen of ook andere kunstwerken: zo lijkt een foto met de ingepakte Rubensen in een van de museumzalen op een installatie van Christo."

 

"Er blijft een soort jaloezie bestaan van de fotograaf voor de schilder. Ik maak foto’s met een schildersoog. "
Karin Borghouts

"Ik heb ook een oog voor complementaire kleuren: zo trokken zalen in KMSKA die rood en groen geschilderd waren direct mijn aandacht. Kleuren zijn voor mij zo belangrijk dat ik geen zwartwit-fotograaf zou kunnen zijn. Door mijn Van Gogh-project heb ik ook gemerkt hoe blij ik word van de kleur geel. En Vincent heeft veel geel gebruikt: in zijn citroenen, zonnebloemen, korenvelden…"

Ontroerend daglicht

U bent de schilder nagereisd. Vanwaar komt uw passie voor Vincent van Gogh?

Borghouts: "Het is allemaal begonnen toen mijn ouderlijk huis in 2012 afbrandde. Dat heeft geleid tot een van mijn meest persoonlijke reeksen: Het huis. Daar was een foto bij van een reproductie van De Maaier van Van Gogh, die in de gang van het ouderlijk huis van de muur was gevallen. Toen ik dat zag, besefte ik dat ik met twee reproducties van Van Gogh was opgegroeid. Mijn crowdfunding voor de publicatie van Het huis werd opgemerkt door Ron Dirven, conservator van het Vincent van Gogh Huis in Zundert, die me later vroeg om het huis van de tantes van Van Gogh te fotograferen. Dat zou gesloopt worden. Zo werd mijn interesse voor Van Gogh weer aangewakkerd: ik ben de brieven opnieuw gaan lezen en ik raakte gebeten door de figuur."

De kerk van Auvers-sur-Oise door Karin Borghouts
Net als Vincent Van Gogh legde Borghouts de kerk van Auvers-sur-Oise vaste - foto: Karin Borghouts

"Tijdens een halte in Auvers-sur-Oise, op de terugtocht van een reis, zag ik dat het kerkje er nog stond zoals Van Gogh het had geschilderd. Ik ben Van Gogh dan nagereisd en heb de plaatsen gefotografeerd waar hij gewoond en gewerkt heeft, plus de landschappen en stillevens die hij geschilderd heeft. Van Zundert over Londen, Antwerpen en Parijs tot Arles en Auvers. In het fotoboek Vincent was here staan 130 foto’s van de circa tweeduizend die ik nam."

Hoe moet ik me dat voorstellen: Van Gogh zonder verf?

Borghouts: "Ik heb de expressie van het schilderen en de verf niet proberen na te streven, maar heb wel met het licht gewerkt en met de enorme verschillen tussen noord en zuid. Mooi daglicht kan mij soms echt ontroeren. In het noorden heb ik het licht van meesters als Jacob van Ruysdael en Jozef Israëls ontdekt, naar wie Vincent zo opkeek. Ik fotografeerde typische onderwerpen uit het verleden, zoals een molen in een wei, niet bepaald trendy. Ik heb veel geleerd en daar gaat het mij ook om: het licht, de kleuren, het meegaan met de seizoenen. Voor mij was het nieuw om landschappen en stillevens te fotograferen. Zo geef ik mijn fotografie weer een andere wending."

Gratis museummagazine ontvangen?

Abonneer je op Zaal Z