De KMSKA-collectie telt 8.400 objecten. Onmogelijk om al deze werken tentoon te stellen. Via een strenge selectie krijgen 650 werken binnenkort een plek aan de muren van de gerestaureerde en nieuwe museumzalen. Met veel zorg buigt het museumteam zich over selectie, de plek en de ophanging van onze meesterwerken. Alvast een tip van de sluier.

Elk collectiestuk is een sleutelstuk, en om welbepaalde redenen geselecteerd:

  • Ze vertellen uitstekend het verhaal dat we willen vertellen met en over de rijke KMSKA- collectie.
  • Ze hebben een grote artistieke of (kunst)historische waarde.
  • Wanneer samen getoond, versterken ze elkaar, hun boodschap of creëren ze nieuwe verbanden.
  • Ze maken deel uit van de Topstukkenlijst van de Vlaamse overheid, en zijn daarom beschermd als topstuk.

Binnen de vaste opstelling laten we chronologie of stijl los. Liever kiezen we voor een dynamische opstelling binnen twee grote tijdsclusters: de collectie tot 1880 en de collectie na 1880. James Ensor is het scharnierpunt dat beide onderdelen verbindt.

Kunst voor 1880

Kunst van de 14de eeuw tot 1880 krijgt een plek in de historische museumzalen. De oorspronkelijke architecten van het museum, Jean Jacques Winters en Frans Van Dijk, ontwerpen het museum zo dat bezoekers er kunnen flaneren. KAAN Architecten restaureert de zalen tot in de puntjes en met veel oog voor detail. Zo krijgen ze hun historische grandeur helemaal terug.

Geen nauwe gangen, maar een symmetrische opeenvolging van museumzalen. Zo krijg je indrukwekkende zichtlijnen en doorzichten. Die diepe perspectieven benadrukken het monumentale gevoel van de zalen én het belang van de kunstwerken.

Diepe doorzichten in het historische museum - Voor verhalende kunst van voor 1880
Heilige Barbara van Nicomedië - Jan van Eyck, KMSKA

In de opstelling in het historische deel heersen wisselende invalshoeken: thematische, chronologische en onverwachte confrontaties. Kunstenaars tot 1880 waren vooral verhalenvertellers. De bezoeker krijgt een caleidoscopische kijk op die grote verhalen op en achter de kunstwerken, van moederliefde tot vrolijke feesten.

Al bij de bouw van het museum zijn de Rubens- en Van Dyckzalen voorbehouden voor de majestueuze altaarstukken van grootmeesters Rubens, Jordaens en van Dyck. Die keren terug naar die plek.

De omvangrijke collectie negentiende-eeuwse kunst krijgt een plek in de Salon. Dat zijn drie opeenvolgende zalen bomvol kunst die hip was op het einde van de negentiende eeuw. Zoals exotisme, vaderlandse geschiedenis en het dagelijkse leven van de burgerij. Volgepropt? Ja, want zo deden ze dat ook op de Parijse salons in de 19de eeuw.

Schilderij Twee meisjes als de heiligen Agnes en Dorothea van Michaelina Wautier
Twee meisjes als de heiligen Agnes en - Michaelina Wautier, KMSKA

Kunst na 1880 & James Ensor

Architecten Winders en Van Dijk ontwerpen een museum op maat van de bestaande collectie eind 19de eeuw. In de jaren 1920 barst het museum al uit zijn voegen door alle nieuwe aankopen en schenkingen.

De museumdirectie laat de binnentuinen overkappen om meer ruimte te creëren. KAAN Architecten breekt die toegevoegde structuren weg en schuift nieuwe volumes op de plek van de historische binnentuinen.

In dit nieuwe museumdeel is het verwondering troef, om elke hoek wacht een verrassing. En dat niet enkel met de architectuur. Ook met de kunst die er zal hangen: moderne topstukken van 1880 tot eind 20ste eeuw. Die kunst laat zich minder typeren door verhalen, wél door experiment. De modernen beelden de wereld niet noodzakelijk natuurgetrouw af. Ze zetten de regels op hun kop, gebruiken alternatieve materialen of werken in 3D.

Binnen onze collectie valt die kunst in te delen in drie thema’s: kleur, licht en vorm. Ook onze deelcollectie Rik Wouters krijgt een prominente plek.

Nieuwe zalen - voor de experimenten van modernen
Zestien september - René Magritte, © Succession René Magritte - SABAM Belgium, 2021

Ensor als scharnierpunt

James Ensor slaat een brug tussen de verhalende kunst (voor 1880) en de materiaalexperimenten van na 1880. Hij begint zijn carrière met schilderijen die nauw aansluiten bij de burgerlijke smaak, maar slaat met De oestereetster een nieuwe weg in. Een weg met veel zijsprongen, want Ensor experimenteert dat het een lieve lust is. Telkens opnieuw vindt hij zichzelf uit. Maar…hij keert ook terug naar de grote verhalen uit de geschiedenis. Hij laat een boze God Adam en Eva uit het Paradijs verjagen, en heeft een grote fascinatie voor Christus en de Heilige Antonius.

De grootste en meest diverse Ensor-collectie ter wereld krijgt de ruimte die ze verdient. Naast de schilderijen, krijg je ook inzicht in het creatieve proces van de kunstenaar. Dit is een belangrijke focus van het wetenschappelijk onderzoek, waarbij onderzoekers en restauratoren diep in de verflagen om het maakproces van Ensor te analyseren.

Nieuwe zalen - voor de omvangrijke James Ensor-collectie
De oestereetster - James Ensor, KMSKA

Een prentenkabinet

In het nieuwe museum vind je ook verduisterde en intieme kabinetten die het mogelijk maken om fragiel werk uit de collectie te tonen. Twee kabinetten wijden we aan kleinsculptuur, zoals de collectie terracotta’s, en een reeks sculpturen gedateerd na 1945.

In het laatste kabinet tonen we in wisselende presentaties onze uitgebreide collectie werken op papier. Deze tekeningen, etsen, gravures, collages zijn erg kwetsbaar en verdragen weinig licht gedurende een korte periode. In het prentenkabinet kunnen we ze in de juiste omstandigheden tonen.

Het nieuwe prentenkabinet - uitermate geschikt voor tekeningen
De man bij het venster - Henri De Braekeleer, KMSKA