Een megalomane bouwheer

Het Bijbelse verhaal van Babel begint na de zondvloed, als de nakomelingen van Noach naar het land van Sinear, grofweg het huidige Irak, reizen. Ze besluiten er een stad te bouwen met een toren die tot in de hemel zal reiken. ‘Dat zal ons beroemd maken en dan zullen we niet over de hele wereld verspreid raken,’ denken ze. Maar God veroordeelt hun ambitieuze en ijdele plannen: hij verwart hun taal – ze verstaan elkaar niet langer – en verstoort zo de werkzaamheden aan de toren. Wat ooit één volk met één taal was, verandert in vele volkeren die zich over de hele wereld verspreiden en een verscheidenheid aan talen spreken. De toren van Babel werd het embleem van menselijke ambitie die hoogmoed wordt en daardoor tot mislukken is gedoemd.
In dit schilderij plaatst Tobias Verhaecht Babel in een fictief wereldlandschap, in de sfeer van Joachim Patinir en Herri met de Bles. De buitensporig grote toren, die doet denken aan het vermaledijde Romeinse Colosseum, beheerst de compositie. Het bijwerk van de hand van Jan Brueghel I daarentegen is nietig klein. Dat er op en om het bouwwerk een koortsachtige bedrijvigheid heerst, ontdek je dan ook slechts geleidelijk. Niet alleen de bouwwerkzaamheden krijgen aandacht, ook alledaagse dingen worden getoond: er hangt wasgoed te drogen, de kippen worden gevoerd, mensen keuvelen op een terras. Je raakt er niet op uitgekeken.
Donkere wolken
Wie de toren bouwde en het project leidde, vertelt de Bijbel niet. Maar geleerde rabbijnen vonden al vlug een aantal aanwijzingen en voerden Nimrod ten tonele: achterkleinzoon van Noach, kleinzoon van Cham, zoon van Kus, de eerste machthebber op aarde en een geweldig jager, door niemand overtroffen (Genesis 10: 1-9). Ook de Romeins-Joodse historicus Flavius Josephus noemt Nimrod in zijn Antiquitates Judaicae (De Oude Geschiedenis van de Joden; 79-94 n.C.) als het kwade genie achter het megalomane project. Josephus’ relaas was ruim verspreid en heeft de voorstelling van de bouw van de toren van Babel in de beeldende kunst sterk beïnvloed. Op miniaturen en schilderijen krijgt de machtige koning Nimrod regelmatig een rol toebedeeld. Hier brengt hij met zijn gevolg een bezoek aan de bouwplaats. Zijn hovelingen, lijfwachten en knechten vormen een bonte stoet mensen van alle leeftijden en kleuren. Het tafereel speelt zich af vooraan in de rechterbenedenhoek. Nimrod verschijnt uitgedost als een oosterse vorst: lange baard, tulband op het hoofd, scepter in de hand. Zijn lange kostbare mantel is met hermelijn gevoerd. Maar terwijl de hoogmoedige Nimrod met de architect de vorderingen op de bouwplaats bespreekt, merkt hij de donkere wolken niet op die zich boven zijn hoofd samenpakken…

Tobias Verhaecht en Jan Brueghel I, detail uit Toren van Babel, Gerestaureerd met steun van de spelers van de Nationale Loterij
Dit artikel verscheen eerder in ZAAL Z, het magazine van het museum. Voor amper 35 euro ontvang je al vier edities die je onderdompelen in de fascinerende wereld van het museum en zijn schitterende collectie.