Artist in Residence Bernard Dewulf (1960 – 2021) was nauw betrokken bij de heropening van het KMSKA. In museummagazine ZAAL Z keek hij tijdens de sluitingsperiode op zijn manier naar schilderijen. Telkens weer verraste hij door te wijzen op schijnbaar onbeduidende maar toch wezelijke details.

Hij schreef een poëtische duiding bij de zaalthema’s van het museum. Korte uitspraken die even doen nadenken, glimlachen en verwonderen. De verzen vergezellen je tijdens je museumbezoek via de KMSKA-app. Hieronder in combinatie met foto’s van Karin Borghouts die 11 jaar lang de museumwerf in beeld bracht.

Heilig

Een heilige word je niet zomaar.

Je moet er iets voor doen.

De een wordt martelaar, de ander kluizenaar

een derde heeft visioenen.

Pas na je dood word je verklaard.

Gebed

Als ik bid begint er iets te zingen

in mijn vingers.

Het komt van ergens boven mij,

alsof mijn handen

de antenne van iets hogers zijn.

Madonna

Ik ben maagd, moeder en vrouw.

Ik heb twee borsten.

Ze staan voor mijn drie zielen.

Eén ervan laat ik u zien.

U mag kiezen van wie ze is.

Het kwaad

Ze noemen mij het Kwaad.

Maar ik ben nooit Kwaad.

Waarom zou ik ook?

Ik ben altijd welkom in u,

al sinds u bestaat.

Lijden

Ze noemen mij het Lijden,

maar ik ben een spijker

in een hand aan een kruis.

Dát doet pas pijn,

de pijn van heel de wereld.

Verlossing

Omdat wij zondig zijn begonnen

en het kwaad in ons bestaat,

zoeken wij al eeuwen naar verlossing.

Soms stuurt God zijn zoon,

soms lossen we het op onder elkaar.

Hemel

Sommigen gaan er straks naartoe,

Anderen slapen er nu onder.

Hij schijnt hemelhoog en soms op aarde.

We zien hem met het blote oog,

maar niemand die weet of hij bestaat.

Overvloed

Ze noemen mij stilleven.

Dat is een vergissing.

Iets beweegt in alle dingen.

Zie hoe zelfs een vin

zindert aan een dode vis.

Horizon

Eerst lag ik vrij in de natuur,

nu hang ik ingelijst aan de muur.

Zo verkleind ben ik hier

dat ik nu grootser schijn dan daar.

Dat is de kunst.

Imago

Iemand heeft mij goed gezien.

Ik lijk op wie ik leek.

Maar wie zien wij in de ander?

Ook na eeuwen kijken

verkijken wij ons op elkaar.

Vermaak

U kunt ons vinden in de kroeg,

daar zorgen wij voor taferelen.

Wij zijn het volk, wij zijn met velen.

Als wij allemaal samen dansen,

feesten we na eeuwen nog.

Levenslessen

Weinig dat zo dwaalt als wij

Daarom hebben wij moraal bedacht.

Lessen wijsheid en verhalen.

Veel haalt het niet uit,

dwalen zullen wij tot in de eeuwigheid.

Macht

Zie de keizers en de keizerinnen,

kardinalen, hertogen en koninginnen.

Van de machtigen der aarde

is er al eeuwenlang geen een die lacht,

zelf niet als kind. Of hond.

Onmacht

Macht draagt mijters en kronen,

zo verblindt ze de blinden.

Ze is verknocht aan vertoningen.

Maar het liefste bijt ze,

dodelijk onder haar minderen.

Kleur

Wij schuilen in het licht.

Maar overal zijn we schitterend zichtbaar.

We begrijpen dat zelf niet,

wij zijn de kleuren maar.

Zonder ons was de wereld onzichtbaar.

Licht

Ik schijn maar waar ik val.

Nu toevallig op een muur.

Ik mag dan wel het licht zijn,

als niets mij terugstuurt

kan niemand mij ooit zien.

Vorm

Wij geven de dingen vorm.

Zonder ons vonden ze geen plaats.

We vinden ze niet uit,

we doen ze hun gedaante aan

om onder ons te bestaan.