In Theater Stap werken artiesten met een (mentale) beperking als podiumkunstenaar samen met valide makers en vakmensen. Met passie, vakmanschap en zin voor verantwoordelijkheid. Authentiek. Levenservaren. Een gesprek met Daan Hutten en Marc Bryssinck.
Door Sophie Verbeke
Laten we beginnen met een introductie. Wie zijn jullie en wat doen jullie bij Theater Stap?

Marc Bryssinck ‘Ik ben van origine muzikant. Lang leefde ik met mijn ogen dicht en met mijn oren open. Eind jaren 1980 raakte ik als muzikant bij Theater Stap betrokken en al snel besefte ik dat ik mijn plek gevonden had. Nu ben ik artistiek leider van dit gezelschap en geniet ik er dagelijks van om theater, film, dans en nog meer te mogen maken met een groep van heel fijne, getalenteerde acteurs. Van wie Daan er één is.’

Daan Hutten ‘Ik ben een van de acteurs. Ik speel momenteel meerdere rollen in vier voorstellingen.’

Het KMSKA vroeg jullie om Artists in Residence te worden. Waarom besloten jullie hierop in te gaan? Wat is jullie band met beeldende kunst?

Marc ‘Of je nu muziek maakt of tekent, je wil iets voelbaar maken. Onze voorstellingen verbinden diverse artistieke disciplines. Soms wordt er meer gedanst, soms is het iets meer talig. En dan zijn er voorstellingen zoals de Ensorvoorstelling die we als Artists in Residence maakten en die heel visueel is. De kostuums, maskers, hoeden en het decor: alles is geschilderd. Het ziet er eigenlijk uit als één groot schilderij.’ ‘

Als artistiek leider ben ik altijd heel gevoelig voor wat er op ons pad komt. Een abstract plan maken voor de komende vijf jaar en daar niet van afwijken lijkt ons onnatuurlijk. We staan liever open voor de mogelijkheden die zich aandienen. Die zijn vaak veel beter dan wat we zelf, in ons eentje, zouden bedenken.’

Daan ‘In Chimeras, een van de voorstellingen waarin ik meespeel, moet ik tekenen. Op het podium. Het werk dat we tijdens de voorstelling tekenen, wordt gebruikt als decor in een volgende voorstelling.’

"‘Het is heel boeiend om te zien wat er gebeurt als je met maskers werkt. De Grieken experimenteerden hier al mee’ "
Marc Bryssinck

Tijdens jullie residency bij het KMSKA kijken jullie naar de museumcollectie en formuleren jullie er een hedendaags, creatief antwoord op. Wat houdt dat precies in?

Marc ‘Het werk van James Ensor sprong er eigenlijk meteen uit voor ons. We raakten helemaal gefascineerd door zijn figuren, door de manier waarop hij de wereld “te kakken” zet. Die gekke bekken en tronies, dat lag ons wel. We beslisten al snel om een soort van Ensoroptocht te creëren, met de prachtige kostuums en maskers uit de schilderijen die onze vormgeefster Geertje Van Genechten maakte [die parade voert Theater Stap op tijdens het openingsweekend van het museum; SV]. Maar het hield daar niet bij op. We gingen ons verder inleven in die personages uit Ensors schilderijen. We vroegen ons af wat er zou gebeuren als ze tot leven kwamen. Het blijft dus niet bij “hoe zien ze eruit?”. We dachten na over wat ze zouden zeggen en doen, hoe ze zich zouden bewegen.’

‘We begonnen met improvisaties in kleine groepjes – mede door corona moesten we in kleine bubbels werken – en creëerden zo scènes waarin geschilderde personages tot leven komen en met elkaar in interactie gaan. Soms komen ze zelfs uit verschillende schilderijen! Het mondt uit in een soort wedstrijd waarin die personages met elkaar wedijveren voor de Ensortrofee. Ze goochelen, ze dansen, ze spelen theater – het is een ‘Ensor’s Got Talent/Belgium’s Got Ensor’-wedstrijd. Toen we Dimitri Leue, Alice Reijs en Jonas Leemans uitnodigden om hieraan mee te werken werd het een mooi geheel, een heel fijne voorstelling die we op de Zomer van Antwerpen hebben gebracht. Volgend jaar trekken we hiermee naar de Kempen, het jaar erna naar Oostende. En wie weet trekken we in 2025 naar Californië… Dan halen we De Intrede van Christus in Brussel terug uit The Getty, hé Daan?’

Daan (lacht) ‘Hmmm, dat weet ik niet…’

Theater Stap op het openingsweekend van het KMSKA - Foto's: Sanne De Block

Wat is jouw rol in de voorstelling rond Ensor, Daan?

Daan ‘Ik speel een aantal rollen in de voorstelling van Ensor. Ja, meerdere rollen in één voorstelling! Er is de rol van Jezus [geïnspireerd door een ets van Ensor waarin hijzelf de gekruisigde Jezus is; SV] en dan speel ik ook Wouse in De verbazing van het masker Wouse. Ik ben ook een van de pastoors, een andere keer een danser en ik heb nog een rol bij Stilleven.’

Dat zijn vijf rollen! Dat lijkt me een uitdaging. En met een masker op spelen lijkt me ook niet makkelijk. Hoe ervaar je dat als acteur?

Daan ‘Je gezicht zien de mensen niet, dus je gaat meer met je lichaam spelen. Mijn ouders herkenden mij eigenlijk helemaal niet toen ik de rol van Wouse speelde.’

Marc ‘Het is heel boeiend om te zien wat er gebeurt als je met maskers werkt. De Grieken experimenteerden hier al mee. Als je een acteur met Down met een masker laat spelen, dan is er enerzijds de vrees dat je die authenticiteit verliest waar wij zo op willen inzetten. Maar niets is minder waar. Soms wordt iets uitdrukkelijker wanneer je het probeert te verbergen. Je herkent iemand in zijn motoriek, zijn timing…’

Precies wat Ensor duidelijk wou maken met zijn kunst: de maskers verbergen niet, maar ze tonen de ware aard van de personages.

Marc ‘Inderdaad! En Ensor wou spiegels voorhouden aan de kijker. Hij maakte soms afrekeningen in zijn schilderijen door notabele figuren belachelijk te portretteren. Hij keek kritisch naar de wereld om zich heen en wou de gebreken van die wereld laten zien. Dat doen wij ook met ons theaterspel. Wij willen, via de verbeelding van onze acteurs, iets meer vertellen over de wereld waarin wij allemaal leven. We tonen niet enkel de gebreken, maar ook de schoonheid. Onze Ensorvoorstelling is eigenlijk een feelgoodshow, ons publiek lacht heel veel. Maar niet elke voorstelling die wij maken is harmonieus, soms mag het ook schrapen. Het kan net heel krachtig zijn als we ons publiek confronteren, misschien zelfs een beetje ontwrichten. Het is heel mooi om te zien hoe zo’n publiek meegesleurd wordt in een verhaal en vergeet dat de acteurs een mentale beperking hebben. We geloven dat onze voorstellingen heel verbindend werken.’

'Daan en zijn medespelers hebben ook een vrijheid waarmee zij het podium bestormen. Ze zitten niet gevangen in tradities en sleuren geen canon met zich mee. Zo kunnen ze echt creatief gaan creëren. Daar zit een enorme kracht in.’

Nog een laatste vraagje voor Daan: wat is je favoriete rol in de Ensorvoorstelling en waarom?

Daan ‘Die van Jezus. Ik mag maf zitten dansen op het liedje Stayin’ Alive van de Bee Gees.