schilderij
Adam en Eva uit het paradijs verjaagd
Over dit werk
Object details
- TitelAdam en Eva uit het paradijs verjaagd
- Datum1887
- Mediumolieverf op doek
- Afmeting206 × 245 cm
- Inventaris nummer2072
- Inscriptieslinks onder: Ensor 1887
Meer over dit werk
In 1888 wilde Ensor bij Les XX uitpakken met een opvallend ensemble schilderijen en tekeningen, waaronder Adam en Eva uit het paradijs verjaagd. Ziekte verhinderde hem evenwel om zijn werk tijdig naar Brussel te zenden. Pas enkele dagen na de opening werd een reeks tekeningen en etsen opgenomen in de tentoonstelling. Daarom zond Ensor een belangrijk deel van zijn inzending opnieuw naar de tentoonstelling van Les XX in 1889.
In april 1887 begon hij aan dit grote schilderij. In een brief aan zijn vrienden Mariette Rousseau-Hannon en haar echtgenoot schreef Ensor: ‘Ik kom de deur niet meer uit. (…) Ik was begonnen aan Adam en Eva verjaagd uit het Paradijs. Nu wordt het De Engel die de geboorte van Christus aan de herders aankondigt. Die besluiteloosheid is verschrikkelijk. Hoe het met dit schilderij zal aflopen weet ik niet. Ik ben tevreden over de hemel, die is fonkelend. De engel trok daar een smaragdgroen spoor. Het doek is groot en neemt mij helemaal in beslag.’
Nadat hij de academie had verlaten werkte Ensor een vijftal jaar rechtstreeks naar de natuur. Toen hij in februari 1886 bij Les XX de gelegenheid had om de kunst van de Franse impressionisten Claude Monet en Auguste Renoir én van aartssymbolist Odilon Redon grondig te bestuderen, sloeg hij geïnspireerd door hun werk, een heel andere richting in en overtrad hij het taboe van het orthodoxe 19de-eeuwse realisme. Gustave Courbet zelf had immers verklaard dat het ‘onoprecht’ was dingen te schilderen die je niet met je ogen hebt gezien. De ‘composities’ die Ensor vanaf 1886 zou gaan maken kwamen op een andere manier tot stand.
De brief aan Mariette Rousseau leert ons dat hij de personages Adam en Eva kennelijk ondergeschikt vond aan het spektakel van licht en kleur dat de engel teweegbrengt. Volgens de Bijbel begint de geschiedenis van de mensheid wanneer God Adam en Eva uit het paradijs verjaagt. In Ensors voorstelling zijn de hoofdpersonages uitzonderlijk kleine, onopvallende en naakte wezens. Het opzet van de hele voorstelling ontleende hij aan een album uit 1827 met lithografieën van de Engelse kunstenaar John Martin bij John Miltons Paradise Lost (1658/63). Met Ensors schilderij is deze litho een van de weinige voorstellingen met onopvallende, kleine, naakte protagonisten. De twee kleine figuurtjes zelf heeft Ensor niet aan John Martin ontleend maar aan de etsen van Rembrandt, die hij in 1886 al grondig had bestudeerd. De traditionele engel met het vlammende zwaard (die in feite na deze gebeurtenissen de toegang tot het paradijs moest bewaken) herinnert aan de aartsengel Gabriël in Rubens’ Laatste Oordeel, met in zijn hand een bundel bliksemschichten. Maar het gebaar waarmee Gabriël in de verte wijst, heeft Ensor netjes overgenomen uit een tijdschriftillustratie met Michelangelo’s ‘Sixtijnse’ schepping van Adam.
Zou Ensor met opzet het gebaar waarmee God Adam tot leven wekt, hebben hergebruikt om de mens te veroordelen tot eeuwige smart? Hij was zich in ieder geval ten zeerste bewust van het historisch problematische karakter van dit Bijbelse tafereel, want aan de horizon plaatste hij de kleine, roze gestalten van drie gigantische mammoeten. De ontdekking van mammoetresten droeg sedert de 18de eeuw bij tot pogingen om de prehistorie op een kritische en empirische, niet-Bijbelse wijze te reconstrueren.
L’Art moderne (24 februari 1889) ergerde zich aan de pseudo-middeleeuwse, groteske taferelen die Ensor tentoonstelde. Maar Adam en Eva vond wel genade: ‘De heerlijke tinten van het palet die we van de heer Ensor gewend zijn, vinden we terug in de hemel die door de engel in vuur en vlam wordt gezet. Er is daar de mooie chaos van een uitbarsting die zich voor onze ogen voltrekt als een prachtig wonder.’
Nadat Ensor het schilderij in 1905 aan Emma Lambotte had verkocht, vroeg hij het in bruikleen om het in Antwerpen bij Kunst van Heden/L’Art contemporain als een van zijn vele geavanceerde ‘Studies van licht’ te kunnen tonen. Hij verwachtte immers veel van dit ‘chaotische werk’.
Verwervingsgeschiedenis
Gekocht van Albin Lambotte, 1927.
Referenties
Copyright en legaal
Deze afbeelding mag gratis gedownload worden. Voor professioneel gebruik of meer informatie kun je het contactformulier invullen. Lees hier meer.
Download
TIF