Over dit
werk

Object details

Titel: 
Interieur van het academiemuseum
Datum: 
1886
Medium: 
olieverf op doek
Afmetingen: 
87 × 114 cm
Inventaris nummer: 
1141
Inscripties: 
links onder: H J Van Dyck 1886

Meer over dit werk

Dit schilderij van Henri Van Dyck toont het museum van Antwerpen zoals het eruitzag in 1886: antiekrode wanden vol schilderijen, lijst aan lijst, en met hier en daar een beeldhouwwerk. Het museum was toen nog ondergebracht in het voormalige klooster van de minderbroeders aan de Mutsaardstraat, samen met de academie. De bouw van het nieuwe museum op het Zuid was volop aan de gang.
Een elegant geklede dame slentert door de zalen. Wat verderop maakt een heer een praatje met een zaalwachter. De kunst bekijken de mannen nauwelijks. Ze staan er met hun rug naar. De dame lijkt wél een weetgrage bezoeker. Ze houdt een opengeslagen boekje in de hand, vermoedelijk een reisgids. Het formaat en het rode omslag doen denken aan de befaamde ‘handboeken voor reizigers’ van Karl Baedeker. In 1839 verscheen (in het Duits) de eerste Baedekergids over België, met onder meer een uitvoerige beschrijving van het Antwerpse museum. Er volgden geregeld nieuwe edities, zoals in 1886, toen er een herziene Franse uitgave op de markt kwam. Misschien gidst die de dame hier door het museum.
Zij is via de monumentale inkom, met de schilderingen van Nicaise De Keyser, op de eerste verdieping beland en bevindt zich nu in het musée ancien. In de eerste zaal is Peter Paul Rubens de hoofdattractie, met maar liefst drie monumentale altaarstukken: rechts De aanbidding door de koningen, links De lanssteek en naast de toegangsdeur Het doopsel in de Jordaan. Dat trio is op het schilderij niet te zien. Wel zichtbaar zijn het enorme Bijbelse tafereel met Jezus die zieken geneest aan de bron Bethesda van Theodor Boeijermans, de dekenstoel van Rubens – nu in het Rubenshuis –, de heilige Sebastianus van Artus Quellinus II, de Rubensbuste van Georg Petel en – prominent in het midden – het geweldige Amazone in gevecht met een panter van de 19de-eeuwse Duitse beeldhouwer August Kiss. In de tweede zaal zien we opnieuw een 19de-eeuws marmer – Het meisje met de kinkhoorns van Joseph De Bay – met daarnaast wanden boordevol schilderijen van oude meesters. We herkennen werk van Anthony van Dyck en opnieuw van Rubens, met De laatste communie van de heilige Franciscus en de heilige Theresia van Ávila.
De oude museumzalen zijn zeer nauwkeurig, bijna minutieus vastgelegd. Net zoals de dame op het doek dwaalde Henri Van Dyck dikwijls door het museum. Na zijn studietijd aan de academie van de Noord-Franse stad Roubaix was hij omstreeks 1870 als prille twintiger in Antwerpen neergestreken om zich bij Jozef Van Lerius te vervolmaken in de schilderkunst. In die tijd waren academiestudenten en kunstenaars geprivilegieerde gasten in het museum. Ze konden er in alle rust kunst bekijken, bestuderen en kopiëren. Ook als vrij kunstenaar bleef Van Dyck het museum frequenteren, niet alleen om het interieur na te schilderen, maar ook om werken te kopiëren.
In 1889 probeerde hij het museumbestuur in gebreke te stellen omdat een van zijn kopieën uit het depot van de kopiisten was verdwenen. Zijn klacht werd door het museum niet ontvankelijk verklaard. Henri Van Dyck was dus ook een beroepskopiist, die oude meesterwerken naschilderde uit commerciële overwegingen.

Verwervingsgeschiedenis

Gekocht van kunsthandelaar Louis Laurent Delehaye door de stad Antwerpen, 1912; in bruikleen gegeven aan het museum door de stad Antwerpen.

bruikleen van: Stad Antwerpen

Copyright en legaal

Deze afbeelding mag gratis gedownload worden. Voor professioneel gebruik of meer informatie kun je het contactformulier invullen. Lees hier meer.