Over dit
werk

Object details

Titel: 
Madonna bij de fontein
Datum: 
1439
Medium: 
olieverf op paneel
Afmetingen: 
19 × 12 cm
Inventaris nummer: 
411
Inscripties: 
lijst, onder: A XAN/ IOHES DE EYCK ME FECIT + PLEVIT ANO 1439°

Meer over dit werk

Centraal op dit kleine paneeltje drukt Maria de kleine Christus liefkozend tegen zich aan. Het kind slaat zijn ene arm om haar nek en houdt in zijn andere hand een gebedssnoer vast. Maria staat voor een luxueus erekleed dat is versierd met brokaten van plantmotieven en voorstellingen van dieren. Twee engelen met bonte vleugels houden het vast. Er groeit een variëteit aan bloemen, zoals meiklokjes, rozen en irissen. Op de voorgrond staat een metalen fontein met daarop een leeuw. Die staat symbool voor Maria, die werd bezongen als ‘een bron’ in Bijbelse teksten, zoals in het Hooglied (4, 15).
De houten lijst maakt deel uit van het schilderij, zoals vaker bij laatmiddeleeuwse panelen. Van Eyck beschilderde die lijst met een marmerpatroon. Onderaan staan een datum en een signatuur. De schilder voegde ook zijn persoonlijke spreuk toe: ‘Als ik kan’. Die is afgeleid van de gangbare formule ‘zoals ik kan, niet zoals ik zou willen’. Enerzijds gaf Van Eyck hiermee aan dat hij trots was op zijn werk (hij schilderde het zo goed als hij kon), anderzijds legde hij ook een zekere bescheidenheid aan de dag (hij erkende de grenzen van zijn kunnen). De meeste kunstenaars in de late middeleeuwen zagen zichzelf als ambachtslui en signeerden hun werk niet. Van Eyck was een zelfbewuste kunstenaar, zoals dat later in de renaissance de norm werd.
Het kleine formaat suggereert dat dit een werk was voor privédevotie, waar de eigenaar thuis voor bad. Mogelijk was ooit ook de achterzijde beschilderd. Het paneel heeft namelijk een ongelijke dikte, wat erop kan wijzen dat het op een later tijdstip doormidden gezaagd werd. Er is echter nooit melding gemaakt van de beschilderde achterkant.
Van Eyck voltooide deze Madonna bij de Fontein in 1439, twee jaar voor zijn dood. Het is onduidelijk wie de bestemmeling was. De vroegste verifieerbare bewaarplaats van het werk is het Oost-Vlaamse dorp Dikkelvenne (Gavere). Indien het schilderij daar sinds de 15de eeuw was, behoorde het mogelijk oorspronkelijk toe aan Simon Borluut. Die bezat sinds 1437 het Hof te Boekhoute in Dikkelvenne en was de schoonbroer van Joos Vijdt, de opdrachtgever van Het Lam Gods. Via die weg kan hij in contact gekomen zijn met Van Eyck.
Er bestaan veel versies van de compositie, waaronder enkele oude kopieën. Mogelijk werd een daarvan vermeld in de inventarissen van de collectie van Margareta van Oostenrijk (1516 en 1523), landvoogdes van de Nederlanden. Daarin wordt de compositie van Madonna bij de fontein beschreven, maar de naam van de kunstenaar blijft er onvermeld. Omdat dit in andere gevallen wel gebeurde en het schilderij van Van Eyck duidelijk gesigneerd is, gaat het hier waarschijnlijk om een latere versie.
Van Eyck verwierf over heel Europa faam. Hij verfijnde de techniek van de olieverf, wat hem toeliet om zachte overgangen en ongeziene kleur- en toonnuances aan te brengen. Hierdoor sorteren zijn schilderijen een zeer naturalistisch effect. In deze Madonna bij de fontein is dat bijvoorbeeld goed te zien in het spel van licht en reflectie bij de fontein.

Verwervingsgeschiedenis

Vermoedelijk Simon Borluut; pastoor van Dikkelvenne; gekocht door ridder Florent van Ertborn (Antwerpen 1784 – Den Haag 1840), Dikkelvenne, 1838; gelegateerd aan het museum door ridder Florent van Ertborn, 1841.

legaat van: ridder Florent van Ertborn, 1841

Copyright en legaal

Deze afbeelding mag gratis gedownload worden. Voor professioneel gebruik of meer informatie kun je het contactformulier invullen. Lees hier meer.