Rik Wouters

Rik Wouters (1882–1916) leeft voort als een van de meest geliefde kunstenaars van België. Zijn korte leven is vaak geromantiseerd. Hij zou de tragische schilder zijn die tot het einde toe zijn geliefde Nel in verf omzette terwijl het leven zelf langzaam uit hem wegstroomde. Onder die tragiek school een kunstenaar met een ontembare drang tot creëren en een scherp oog. Ook in tijden van persoonlijke en maatschappelijke crisis bleef hij overtuigd dat schoonheid schuilt in het alledaagse. Zo schilderde hij een even intiem als kleurrijk en levenslustig oeuvre bij elkaar, ongezien in België.
Wouters in the KMSKA
Het KMSKA herbergt vele schilderijen van kunstenaars die we kunnen benoemen als echte meesters in het gebruik van kleur, of voor wie kleur belangrijker was dan vorm of licht. James Ensor is zo’n kunstenaar. Met zijn kleurgebruik wist hij zowel Rik Wouters als Jules Schmalzigaug te inspireren. Dankzij schenkingen en strategische aankopen heeft het KMSKA van deze drie kunstenaars de grootste collecties ter wereld.
Bijna de helft van de Wouterscollectie van het KMSKA werd geschonken door zes schenkers met een dichte of verre band tot Rik Wouters. Een speciale vermelding is weggelegd voor dokter Ludo van Bogaert-Sheid. Door zijn schenking van 59 werken in 1989 verdubbelde de collectie zowat. Behalve dertien schilderijen gaf hij het KMSKA ook meer persoonlijke voorwerpen zoals Wouters’ laatste sigaar, penselen en een zijden sjaal. De dokter kwam namelijk goed overeen met Riks weduwe Hélène Duerinckx; Ook zij schonk en verkocht werk van Rik aan het museum. Vooral omdat het KMSKA al in 1920 Het zotte geweld aankocht, een vroege aanwerving van een museum.
Na de heropening van 2022 kreeg het werk van Rik Wouters een ereplaats op de vierde verdieping. Niet alle werken van Wouters bevinden zich in het museum. Enkele sculpturen zoals Het zotte geweld zijn te bewonderen in openlucht, in het Antwerpse Middelheimmuseum.
Hieronder tonen we een greep uit de mooiste schilderijen van Rik Wouters.
De schilderijencollectie






Een aanstormend talent
In het atelier van vader Emil Wouters, beeldhouwer en meubelmaker, valt zijn artistieke aanleg al vroeg op. Op zijn elfde al volgt Rik avondlessen aan de Academie in geboortestad Mechelen. Vijf jaar later trekt hij naar Brussel zich te vervolmaken als klassieke beeldhouwer in het atelier van Charles Van der Stappen.
In 1907 verlegt Wouters zijn focus naar schilderkunst en komt zijn talent volledig tot ontplooiing. Hij schildert snel, impulsief, zonder voorstudies. Inspiratie vindt hij in het kleurgebruik van James Ensor en de composities van Paul Cézanne. Vooral Cézannes manier om volumes op te bouwen via kleurvlakken fascineert hem. In zijn eigen werkt probeert hij de balans te vinden tussen structuur en spontaniteit, tussen vorm en gevoel. Hoewel hij later vaak in één adem met het Franse fauvisme wordt genoemd, noemt hij die stijl in een brief veelzeggend ‘idioot’. Voor Wouters was het onderwerp altijd belangrijker dan het gebruik van felle kleuren.
Wel lengde hij zijn olieverf aan met terpentijn, waardoor zijn schilderijen een lichte, haast ademende toets kregen met open plekken waar je het onbewerkte canvas doorheen ziet. Zijn werk is een caleidoscoop van kleuren. Geen streepjes ongemengde verf naast elkaar, zoals bij de impressionisten bij Wouters. Volledig volgens eigen recept laat hij fluïde vormen in elkaar overvloeien tot een vibrerende, levendige eenheid.
Beeldhouwen blijft een essentieel onderdeel van zijn kunstenaarschap. Ook sculpturen maakt Wouters vanuit zijn kenmerkende intense temperament: het zijn vaak levendige studies in beweging en expressie, opgebouwd met snelle toetsen en zichtbare duimsporen. Van bustes en torso’s tot intieme werkjes in klei en gips. In elke techniek die hij aanwendt, weet hij intuïtief de mogelijkheden van het gebruikte materiaal helemaal uit te buiten.
Rusteloos
Wie Rik zegt, denkt aan Nel. Wouters ontmoet het jonge model Hélène Duerinckx, of ‘Nel’, in Brussel en de twee trouwen in 1905. Zij is zijn muze, model en levensgezel, maar ook een partner in het zoeken naar artistieke autonomie. Wouters zet haar neer met een boek, laat haar eindeloos strijken of plooit haar in atletische dansposes. Hij schept een intiem universum waarin kleine momenten groot worden. Dat ‘intiem’ is niet hetzelfde als kalm. De kunstenaar heeft zelden stilgezeten. In minder dan tien jaar creëert hij een oeuvre van ruim 200 schilderijen, 700 tekeningen, 75 beeldhouwwerken en een handvol grafiek. Ondanks het vaak nijpende geldtekort.
Wouters sluit zich aan bij de Brusselse Kring Moderne Kunst, die ook James Ensor en Fernand Khnopff tot de leden mocht rekenen. Toch blijft hij een buitenstaander: zijn stijl botst met het symbolisme en academisme die België nog domineren. Na enkele kleine prijzen volgt de grote erkenning in 1914 met een solotentoonstelling in de Brusselse galerie Georges Giroux. Het publiek is enthousiast, de pers lovend. De galerist had met Wouters in 1911 een exclusiviteitscontract gesloten, waardoor Wouters zijn werk enkel nog via Giroux kon verkopen. Een primeur in het Belgische kunstlandschap. Daardoor konden Rik en Nel hun gehuurde woonplek achterlaten voor een baksteenrode huisje dat Rik zelf een ontwerpt, ook in Watermaal-Bosvoorde. Het dorp net buiten Brussel aan de rand van het Zoniënwoud moet helend zijn voor Nels gezondheid, en is tegelijk een grote inspiratiebron voor Rik.
Ellende en succes tijdens Wereldoorlog I
Helaas wordt het succes abrupt onderbroken. De Eerste Wereldoorlog breekt uit en Wouters wordt opgeroepen voor militaire dienst. Na de val van Luik geïnterneerd in Kamp Zeist, Nederland. Nel verhuist naar Nederland en bepleit een mild regime voor Rik. Ondanks een verslechterende gezondheid, blijft hij werken in het kamp en zijn omgeving, en hun tijdelijke woning in Amersfoort en later in Amsterdam, waar ze een licht atelier vinden. In 1915 krijgt hij de diagnose: bovenkaakbeenkanker. Na twee operaties is zijn kaakbeen gebroken en is hij blind aan één oog. Hij maakt in de laatste maanden diepzwarte penseeltekeningen, zijn werk wordt in die periode nóg intenser, waardoor Nel schrijft “..het papier wordt als een schietschijf, waarop met beslistheid lijnen, vormen en kleuren worden geworpen”. In die 1915 en 1916 viert hij nog successen met een eerste museumexpo in het Rijksmuseum en een grote overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum.
Op 11 juli 1916 sterft Wouters in Amsterdam na een derde operatie, pas 33 jaar oud. Zijn vroege dood bevestigt het beeld van de tragische kunstenaar, maar zijn oeuvre getuigt van levenslust, van artistieke moed. Hij is een meester in het suggereren van licht, in het vangen van een beweging, een sfeer. Zijn werk is expressief zonder opdringerig te zijn, intiem zonder gesloten te worden. Daarmee raakt hij een gevoel dat nog steeds herkenbaar is: het verlangen naar eenvoud, naar verbondenheid, naar schoonheid die troost kan bieden. Zijn werk spreekt van technisch meesterschap, en vooral emotionele zeggingskracht. Hij laat zien hoe kleine momenten ons iets kunnen leren over wat het betekent om te leven, om lief te hebben, om te kijken.

