Zo buiten werken is heel plezant

Eind april 1912 trok Rik Wouters (1882-1916) samen met zijn vrouw Nel voor enkele weken naar Parijs. Dank zij de opbrengst van de verkoop van enkele werken bij Galerie Giroux in Brussel hadden ze daar eindelijk het geld voor. In de lichtstad ontmoetten ze hun goede vriend Simon Lévy (1886-1973). Voor Wouters was deze schilder uit de Elzas zijn ‘kunstbroeder’. De twee voerden een intense correspondentie in het Frans, die later door Nel vertaald en uitgegeven werd. Ze deelden daarin impressies en beschouwingen over oude en vooral hedendaagse kunst. Hun gedachtewisseling was doorslaggevend voor Wouters’ artistieke evolutie. Hij zal Lévy in 1913 portretteren en boetseerde eerder al een buste van hem.
In de galerie Durand-Ruel en de collectie Pellerin in Neuilly zag Wouters werken van Franse impressionisten én voor het eerst ook werk van Cézanne in kleur. Dat kende hij alleen van zwart-witafbeeldingen. Het waren de schilders die hij bewonderde en waar zijn oeuvre mee verwant is. Na de reis koos Wouters resoluut voor schilderen in openlucht. Het bos werd zijn atelier. Hij keerde van zijn wandelingen terug met een aquarel, een tekening, een olieverfstudie of een afgewerkt schilderij. In een brief van 18 augustus 2012 schrijft hij aan Lévy: ‘Ik heb veel geschilderd de laatste tijd, grote studies, zelfs in openlucht. Zo buiten werken is heel plezant. Het is een groot verschil met binnen…’.
Wouters heeft zich nooit bekommerd om de titel van zijn werken. Dat liet hij over aan Georges Giroux en Jules Elslander, respectievelijk de eigenaar en de directeur van de galerie die zijn kunst propageerde. Nel vulde later onnauwkeurige of ontbrekende titels aan. Als Rik meerdere versies van hetzelfde thema schilderde, identificeerde hij ze met letters. Van De oude notelaar bevindt versie A, Mechelen zich in een privéverzameling. Wouters schreef op 1 oktober 1912 op een postkaart aan Lévy: ‘Wij zijn voor een week naar Mechelen geweest’. In die versie draagt de boom meer bladeren en zijn die groener. In de volgende versie zijn de bladeren geler. Dit doek is op een zonniger moment geschilderd.
Uit de briefwisseling blijkt dat Lévy en Wouters regelmatig schilderijen uitwisselden. En dat Wouters vaak ontevreden was over zijn werk (zie ook ZAAL Z, nr. 32 p. 54). Als een postscriptum schrijft hij op 29 oktober 1913: ‘Als uw kaders af zijn, zal ik u de schilderijen opsturen. En als ge eens een momentje tijd hebt, zendt (sic) mij dan het kleine “Landschap van Mechelen”, dat met die boom, terug. Bedankt op voorhand.’ Of Simon Lévy op de vraag is ingegaan, weten we niet. Maar tot 1957 maakte De oude notelaar B deel uit van zijn verzameling. Op het raam van het schilderij schreef de Fransman: ‘Ce tableau est une oeuvre de Rik Wouters que je tiens directement de lui’. (‘Dit schilderij is een werk van Rik Wouters dat ik rechtstreeks van hem heb.’)
De oude notelaar B kwam in 1989 in de KMSKA-collectie via het legaat Van Bogaert-Sheid. Naast schilderijen en sculpturen van oude meesters schonk dokter Ludo van Bogaert vooral werk van Rik Wouters: 13 schilderijen, 6 aquarellen, 2 pastels, 25 tekeningen en 8 sculpturen. En ook Wouters-parafernalia, met onder meer penselen, de aquareldoos, kleurproeven op krantenpapier, de portefeuille en de laatste sigaar van de jonggestorven kunstenaar.
Dit artikel verscheen eerder in ZAAL Z, het magazine van het museum. Voor amper 35 euro ontvang je al vier edities die je onderdompelen in de fascinerende wereld van het museum en zijn schitterende collectie.