1. Conditie van het werk

Nog voor er gerestaureerd kan worden, moet de restaurator weten in welke conditie het werk is.

Met het blote oog is lang niet alles te zien. Heilige Hiëronymus werd daarom onderzocht met UV- en infraroodlicht en röntgenstraling. Zo kon restaurator Eva van Zuien alvast opmerken dat het werk bedekt was met materiaal van eerdere restauraties, zowel overschilderingen als een dikke laag vergeelde vernis.

Opeenvolgende restauraties vertroebelden de techniek van Van Reymerswale. De kunstenaar had heel precies in dunne verflagen gewerkt met een dramatische lichtwerking. De restauraties en de vernis hadden alle diepte en scherpte weggenomen. Sommige voorwerpen waren hun vorm kwijt. Slijtage maakte op sommige plekken de onderlaag zichtbaar. Bovendien vertoonden de drie planken waaruit het schilderij bestaat barsten en sporen van houtworm, én de pogingen om beide problemen te behandelen. Tijd om te restaureren, dus!

Heilige Hiëronymus - Marinus van Reymerswale - Restauratie door: Eva van Zuien

2. Oplosbaarheidstesten

Om terug te keren naar de oorspronkelijke bedoeling van de kunstenaar haalt de restaurator al het materiaal van latere datum van het schilderij, of probeert dat toch. Geen evidente klus, want de oplosmiddelen kunnen ook de originele verflaag beschadigen.

Bij sommige schilderijen is dit het voornaamste werk, zoals bij Het Burgersalon van James Ensor. Hier was ooit een oneffen, druiperige vernislaag over aangebracht. Vooral rond plekken met dikkere verftoetsen zaten lelijke vernisklodden, wat ook meer vuil had aangetrokken.

Eva Verhaeven testte verschillende mengsels van solventen met wattenstaafjes aan de rechterrand van het schilderij en hun effect op vernis en verf. UV-licht gaf uitsluitsel. Eva koos voor een mengsel van aceton en iso-octaan, in verschillende verhoudingen. Andere oplosmiddelen hadden nauwelijks impact op de vernis.

Het Burgersalon, Ensor
Het Burgersalon - James Ensor - Restauratie door: Eva Verhaeven

3. Reiniging en vernisafname

Deze stap is veruit de meest intensieve in het restauratieproces. Ondanks de uitvoerige testen vooraf, reageren sommige delen van het schilderij toch anders dan verwacht. Het vuil ligt er hoger opgestapeld, of de vernis is er dikker. Reiniging en vernisafname zijn letterlijk millimeterwerk, met wattenstaafjes en een aangepaste vergrootbril. Behoedzaam, stapje per stapje. En altijd opnieuw testen.

De Groentemarkt heeft meer nodig dan een vernisafname. Onder de vernis zit een dikke laag vuil die gewoon mee vernist was. Restaurator Eva van Zuien werkt op dit moment het vuil weg.

De Groentemarkt - Joachim Beuckelaer - Restauratie door: Eva van Zuien

4. Verwijderen van overschilderingen

Eenmaal de vernis verwijderd is, vallen latere overschilderingen nog meer op. Vaak gaat het om herstellingen. Soms dacht een restaurator het beter te weten dan de kunstenaar en bracht ‘verbeteringen’ aan, een rondere borst bijvoorbeeld. De restaurator van dit immense tafereel was wel héél radicaal aan de slag gegaan. Hij had zowaar een volledige figuur overschilderd. Een kreupele bedelaar die zich verschool onder de mantel van de rechtse heilige was ergens in de 19de eeuw weggetoverd. Niemand weet precies waarom. Een variatie van scans kon de figuur alvast virtueel terug tevoorschijn halen. Aan restaurator Celine Talon om het ook in het echt te doen. Met succes!

De leden van de grote kruisboog te Mechelen
De Leden van de gilde van de Grote Kruisboog te Mechelen - Restauratie door: Celine Talon

5. Consolidatie van de verflaag

Het voordeel van olieverf is dat je in lagen kan werken. Veel kleurschakeringen kan je krijgen door eerdere lagen te bedekken of te laten doorschemeren. Het nadeel is dat de samenstelling van die lagen niet altijd hetzelfde is en de lagen kunnen loskomen van elkaar. Dat was maar één van de problemen die Jill en Ellen constateerden bij dit schilderij van Ferdinand Bol. Craquelures, opstuwingen, afschilferingen – de oorspronkelijke verf was in zo’n slechte staat dat er overal openingen ontstaan waren die de onderlaag toonden. Nog voor Jill en Ellen die opnieuw konden vullen en bijschilderen, moesten de complicaties opgelost zijn. Om o.a. de opstuwingen weer glad te krijgen, gebruikten de zussen verschillende technieken. Zijde- en siliconenpapiertjes, vochtige wattenstaafjes en warme hulpmiddelen als lijm, spatula’s en een blazer behoorden tot het gebruikte arsenaal voor dit precisiewerk.

Jan van der voort en zijn zuster Catharina Ferdinand
Jan van der Voort en zijn zuster Catharina - Ferdinand Bol - Restauratie door: Jill en Ellen Keppens

6. Vullen

Uit deze reeks van acht schilderijen, was dit portret in de slechtste staat. Over het hele schilderij zaten lacunes, klein en groot, oppervlakkig en diep. Bij eerdere behandelingen waren niet alle gaten opgevuld. De vullingen die er wel zaten, waren uiterst grof aangebracht. Die verwijderde Claire Toussat vooraleer ze zelf ging vullen. Het restauratieatelier van het KMSKA werkt enkel met materialen die makkelijk opnieuw te verwijderen zijn. In dit geval koos Claire voor calciumcarbonaat en lijm op basis van konijnenhuid. Met dit materiaal kon ze de textuur van de oorspronkelijke verflaag het beste nabootsen. Pas daarna kon ze beginnen overschilderen.

Portret van een kamprechter - Toegeschreven aan Rogier van der Weyden - Restauratie door: Claire Toussat

7. Retoucheren

Bij retoucheren vult de restaurator lacunes weer op met verf, met of zonder vulling vooraf. Ook bij het retoucheren werkt het restauratieatelier enkel met producten die zich makkelijk laten verwijderen. Soms op ethanolbasis met losse pigmenten, dan weer op waterbasis met aquarel of gouache.

Bij De Aanbidding door de Herders waren delen van de achtergrond afgesleten. Jantine werkte met transparante verfstreken, net als Jordaens zelf, en volgde zoveel mogelijk de oorspronkelijke penseelstreken. Na minder opvallende delen in de voorgrond, waren tot slot de handen en gezichten aan de beurt. Jantine startte met een ondertoon om dan de kleur verder op te bouwen in dunnen lagen.

De aanbidding door de herders, Jacob Joardaens, KMSKA
De Aanbidding door de Herders - Jacob Jordaens - Restauratie door: Jantine Maessen-den Brok

8. Vernissen

De laatste stap is het aanbrengen van een slotvernis, die vaak over het schilderij gesproeid wordt. Voor De hennentaster koos Claire voor twee lagen vernis. Die moeten het bewerkte oppervlak visueel effenen en de retouches beschermen. Beide lagen bevatten verdunde dammarvernis. De eerste laag bevatte nog een klein percentage speciale was. Dat doet het oppervlak een beetje matter en egaler lijken. De laatste laag is heel dun. De finishing touch van maanden werk.

De hennentaster - Pieter Aertsen - Restauratie door: Claire Toussat

Deze restauraties kwamen tot stand met dank aan de spelers van de Nationale Loterij. 

Logo Nationale Loterij