Schilderijen met
muziek in
Wannes Cappelle is frontman van Het Zesde Metaal, schrijver van de Vlaamse klassieker Ploegsteert, medescenarist van de bejubelde Canvas-serie Bevergem en nu ook resident van het KMSKA. Wannes staat bekend om zijn dichterlijke vondsten en de ontwapenende eerlijkheid waarmee hij zijn muziek brengt.
Foto: Jesse Willems - Wannes Cappelle, frontman van Het Zesde Metaal
Had je, toen het museum jou vroeg om resident te worden, meteen een idee van wat je wou doen?
Cappelle: “Ik had er niet meteen een idee bij, maar ik vind het dikwijls leuk als er een initiatief van buitenaf komt. Je weet dan dat er iets uit gaat komen dat je niet zelf zou bedenken zonder dat die vraag gesteld werd. We proberen eigenlijk altijd tussen twee platen een project te doen dat ons de kans geeft om een beetje te herbronnen. Dit kwam dus ook op een goed moment.”
Te kakken
Voor Meesters heb je zes werken gekozen en daarover een nummer gemaakt. Hoe verliep dat creatieproces, van beeld tot nummer?
Cappelle: “Robin (Aerts, bassist en medecomponist van Het Zesde Metaal, red.) en ik zijn van nature eerder verhalenvertellers, dus voor ons was het verhaal achter het schilderij dat ons het meeste boeide. We hadden de Madonna van Fouquet uitgekozen omdat ons was verteld dat het onderdeel was van een tweeluik dat voor het eerst sinds heel lang herenigd werd tijdens een tentoonstelling in Berlijn. Daar zat een mooi verhaal in. Dat was onze oorspronkelijke insteek. Maar toen we meer over het werk lazen, begon ons het verhaal te fascineren van de opdrachtgever, Etienne Chevalier, de schatbewaarder van de Franse koning Karel VII. Die laat hier zichzelf portretteren, terwijl hij de heilige maagd aanroept om te bidden voor zijn overleden echtgenote.”
Uitzonderlijk verenigd in Berlijn in het najaar van 2017 - De Melundiptiek van Jean Fouquet
“Ik kon mij niet van de indruk ontdoen dat deze Etienne van de drie figuren op het tweeluik het mottigst afgebeeld was. Echt een gast die je niet wilt zijn. Het leek wel alsof Fouquet heeft gedacht: “Wat een kwal is dit!” Daar kwam nog bij dat deze madonna de maîtresse van Karel VII, Agnès Sorel, voorstelt, die toen al overleden was. Ik bedacht dat de Franse koning dat wel heel vreemd moet hebben gevonden: een werk waarop z’n schatbewaarder zíjn maîtresse aanbidt. Opeens kon ik me voorstellen dat Fouquet Chevalier te kakken wilde zetten zonder dat die het doorhad, zoals in de klassieke oudheid redenaars dat soms deden met hun keizers. We dachten: stel dat die Etienne Chevalier ons zou vragen om een lied te schrijven van hem voor Maria, dan moeten wij een tekst schrijven waarin hij er goed uitkomt, maar wij als tekstschrijvers eigenlijk nog veel beter. Zonder dat hij het door zou hebben.”
"We proberen tussen twee platen altijd een project te doen dat ons de kans geeft om een beetje te herbronnen."
Maak mie nie af
Drie van de zes nummers gaan over heilige vrouwen? Wat heb jij met hen?
Cappelle: “Grappig, ja, daar was ik me niet van bewust. Als ik er een verklaring voor moet geven is het waarschijnlijk eerder het verhalende karakter van die werken dat me aansprak. Het nummer Maak mie nie af over de Heilige Barbara van Van Eyck is eigenlijk heel dubbel. Het schilderij is niet af en staat nog half in de doodverf, maar het is ook zo dat Barbara uiteindelijk door haar vader wordt vermoord. Dat werk gaat voor mij over de relatie met haar vader, die van alles voor haar wil wat zij niet wil. De Madonna van Jean Fouquet is natuurlijk echt een magnifiek werk, maar ook daar gaf het verhaal dus de doorslag. Maria Magdalena van Quinten Massijs hebben we gekozen omdat we het idee hadden om de tekst “Ge zijt verheven boven alle vrouwen” te gebruiken. Eigenlijk hebben we bij dat idee een schilderij gezocht. Het schilderij was dus eerder het excuus om het nummer te kunnen schrijven.”(lacht)
paragraph--multiple_media_masonry is not yet connected to a component. Please add it to the Blocks component and add a case to the switch statement.
Naast de gewone songs staan er ook vier instrumentale stukken op de EP, onder de noemer ‘onbekende meesters’. Wat was het idee daarachter?
Cappelle: “Dat was een idee van Robin, om het gegeven “meesters” iets meer open te trekken. Iedereen in de groep heeft een instrumentaal stuk gemaakt, gebaseerd op een werk van een “onbekende” meester. Deze stukken ontstonden tussen de andere nummers door.”
Meesters werd gemaakt in het kader van het ‘Artists in Residence’-programma van het KMSKA en is gerealiseerd met steun van het Vlaams Kunstendecreet.
Dit artikel is een ingekorte versie van het interview met Wannes Cappelle in het decembernummer van museummagazine Zaal Z.