Een collectiepresentatie in beweging

Er waait een nieuwe wind door de moderne museumzalen. Dankzij een reeks uitzonderlijke, langdurige bruiklenen uit een privéverzameling beleeft de bezoeker een frisse, visuele verrassing. De internationale toevoegingen zorgen voor nieuwe, boeiende dialogen op zaal. Tegelijkertijd stellen topwerken van onder andere Andy Warhol, Robert Delaunay, Yves Klein en Gerhard Richter het museum in staat om zijn sterke, Vlaams-georiënteerde collectie moderne meesters in een ruimer, internationaler perspectief te plaatsen. Een beknopte inkijk.
Zaal Licht
Je begint bij Centrale électrique (1970) van de Frans-Portugese kunstenaar Maria Elena Vieira da Silva. Hoewel ze een heel eigen, bewuste weg volgde, sluit haar dynamische stijl verrassend goed aan bij de ZERO-beweging. Daarom is de overstap naar het werk van Hermann Goepfert uit de museumcollectie logisch: ook hij onderzoekt op een directe manier hoe ruimte, licht en beweging elkaar beïnvloeden.
Michelangelo Pistoletto gaat nog een stap verder in zijn vroege spiegelschilderij Persona seduta. De gepolijste stalen platen vervormen tijd en ruimte door hun spiegeling, waardoor de bezoeker zelf deel wordt van het kunstwerk.
Iets verderop heeft 16 septembre van Magritte (momenteel te zien in de expo Magritte. La ligne de vie) tijdelijk plaats gemaakt voor Vrouw aan het venster van Rik Wouters. Dat is geen toevallige keuze: net als bij het werk van Henri De Braekeleer ernaast speelt Wouters met het licht dat via het raam de kamer binnenvalt. De schaduwen die daarbij ontstaan, vormen meteen een mooie overgang naar Freia’s Garden van Anselm Kiefer. Dit indrukwekkende werk - uit een privéverzameling - heeft in de zaal een nieuwe plaats gekregen. Waar licht bij Wouters en De Braekeleer zacht en verhelderend werkt, toont Kiefer juist de donkere, vernietigende kant ervan. Daardoor sluit zijn werk op een verrassende manier aan bij de grillige vormen in de sculptuur van Arnaldo Pomodoro, die ook de spanning tussen licht en verval onderzoekt.
Een kleine, speelse toevoeging binnen datzelfde thema is een bruikleen van Max Ernst, compleet met origineel kader, naast Adrienne van Gustave Van de Woestyne. Bij beide kunstenaars zorgt het licht voor een parelmoerachtige, bijna magische glans – alsof je een schelp van heel dichtbij bekijkt.

'Venus' van Yves Klein, met daarachter 'Untitled' van Anish Kapoor - foto door Sanne De Block

'La ville à l'arc-en-ciel' van Robert Delaunay - foto door Sanne De Block
Zaal Vorm
Wie het museum goed kent, merkt meteen dat hier een andere Lucio Fontana hangt. Dit werk, Concetto Speciale (1964), is een bruikleen uit dezelfde privéverzameling als de andere nieuwe toevoegingen. Fontana speelt hier met vorm door gaten (buchi) te gebruiken in plaats van zijn bekende sneden (tagli), maar zijn stijl blijft duidelijk herkenbaar. Wie goed kijkt, ziet dat de richting van de gaten doet denken aan de figuren in het werk van Karl Hofer dat ernaast hangt.
Verder kreeg in zaal Vorm nog een grote internationale naam een nieuwe plek: Robert Delaunay. Zijn monumentale La ville à l’arc-en-ciel uit de jaren 1920 heeft een bijna folkloristische sfeer en zachte kleuren, die verrassend goed aansluiten bij kunstenaars als Rik Wouters.
Deze en vele andere bruiklenen helpen om de collectiepresentatie dynamisch te houden en steeds nieuwe verbanden te leggen. En gezien de grote hoeveelheid werken kijkt het museum nu al uit naar de volgende verschuivingen en rotaties. Het zijn dankbare kansen die we graag blijven grijpen.
Zaal Kleur
Met een speels werk van Auguste Oleffe uit de eigen collectie verschuift de aandacht geleidelijk naar kleur. Het is bovendien makkelijk te zien dat Rik Wouters en Oleffe vrienden waren: hun frisse, kleurrijke stijl sluit mooi op elkaar aan.
Een kleine maar opvallende Gerhard Richter vormt daarna een brug tussen vorm en kleur. Zijn kleurenpalet doet denken aan Wouters, maar het werk sluit tegelijk aan bij de expressievere abstractie in de zaal.
Verderop kom je terecht in een echte ‘blauwe dialoog’, met werk van Anish Kapoor, Yves Klein en Willem Paerels. Aan de overkant heeft een schilderij van Kees van Dongen tijdelijk plaats gemaakt voor Circle Painting 7 (Green) van Robert Mangold. Daarachter volgen twee verrassende bruiklenen: Magrittes L’Écho en Richters Abstraktes Bild (334-A). Beide kunstenaars tonen hier op hun eigen manier hoe kleur een werk volledig kan dragen.
De vernieuwde moderne opstelling eindigt met enkele opvallende toppers uit de Amerikaanse popart. Tom Wesselmanns Bathroom Collage n.4 en Andy Warhols Torso tillen alledaagse beelden op tot echte blikvangers. Alsof je naar een kleurrijke poster uit de jaren 60 of 70 kijkt. Hun effect wordt nog versterkt door Frank Stella’s monumentale New Madrid aan de overkant. Met eenvoudige vormen en lijnen creëert hij een optisch tunneleffect dat je meteen meezuigt in het werk. Bijzonder is dat dit werk, ondanks dat het al vijftig jaar in de collectie zit, nu pas opnieuw aan het publiek wordt getoond.



