Over dit
werk

Object details

Titel: 
Jacopo Pesaro, bisschop van Paphos, door paus Alexander VI Borgia voorgesteld aan de heilige Petrus
Datum: 
1503-1506
Medium: 
olieverf op doek
Afmetingen: 
145 × 185 cm
Inventaris nummer: 
357
Inscripties: 
midden onder: RITRATTO DI VNO DI CA PESARO/ IN VENETIA CHE FV FATTO/ GENERALE DI STA CHIESA

Meer over dit werk

Op de voorgrond van dit doek knielt bisschop Jacopo Pesaro, de opdrachtgever. Hij wordt door paus Alexander VI Borgia voorgedragen aan de heilige Petrus, die hem begroet met een zegenend gebaar. De compositie is ontleend aan een traditioneel Venetiaans votiefportret waarbij een donor door zijn patroonheilige aan de heilige Madonna en het Jezuskind wordt voorgesteld. De banier, met daarop het pauselijke wapenschild, de helm op de voorgrond en de galeien op zee verwijzen naar Pesaro’s status als bevelhebber van de pauselijke vloot en zijn herovering van het eiland Santa Maura (nu Lefkas) op de Turken in 1502. In dit schilderij wordt deze overwinning vereeuwigd en opgedragen aan de Kerk, die wordt vertegenwoordigd door Petrus en paus Alexander IV Borgia. Ondanks deze religieuze lading heeft het werk waarschijnlijk nooit een kerkelijke functie gehad. Het is aannemelijker dat Pesaro het bestelde voor zijn Venetiaans palazzo, als herinnering aan zijn triomf over de Turken, het hoogtepunt van zijn militaire carrière.
De reliëfs op de sokkel van Petrus’ troon verwijzen vermoedelijk naar de godin Venus, aan wie Paphos (nu Cyprus), het bisdom van Pesaro, in de oudheid was gewijd. Samen met de sleutels van de hemelpoort die boven de centraal geplaatste Cupido liggen, zouden ze symbool staan voor de triomf van het christendom over het antieke heidendom.
Dit is het enige schilderij van Titiaan in een Belgische publieke verzameling. Het is een vroeg werk met duidelijke echo’s van zijn leermeester Giovanni Bellini, bijvoorbeeld in de compositie, het gewaad en de pose van Petrus. De stijlverschillen in het schilderij, met name tussen de drie figuren, hebben in het verleden tot discussie over de datering geleid en tot diverse hypothesen over de totstandkoming. Zo is er geopperd dat Titaan het werk met tussenpozen zou hebben geschilderd of dat onderdelen door zijn leermeester uitgevoerd zouden zijn. Het materiaal-technisch onderzoek bij de laatste restauratie wees echter uit dat het schilderij waarschijnlijk volledig aan Titiaan toegeschreven moet worden en dat het in één fase door hem werd geschilderd. Compositie en techniek lijken het meest verwant met Titiaans stijl uit de vroege jaren 1510.
Op het fijngeweven linnen doek ligt een flinterdunne grondering in gips met daarop een zogenaamde imprimatura. Net zoals bij andere vroege schilderijen van Titiaan bestaat die hier uit een laag grijze olieverf die in brede halen met een stevige kwast werd aangebracht. Op een meesterlijke manier wordt deze basislaag gebruikt bij het construeren van de huizen aan de rechterkant en ook in het reliëf op de sokkel van Petrus’ troon. De virtuoze Titiaan heeft slechts enkele grijstonen en trefzeker naast elkaar geplaatste crèmewitte toetsen nodig om deze partijen overtuigend neer te zetten. Zijn spontane en economische manier van schilderen, die van op afstand bekeken een perfecte optische illusie creëert, zal van grote invloed zijn op de techniek van Rubens.
De conditie van de verschillende gewaden loopt uiteen. De prachtige groene koorkap van de paus bleef goed bewaard, maar Petrus’ ‘gouden’ mantel is in slechte staat. Hij werd geschilderd met de pigmenten orpiment en realgaar, die allebei giftig arseen bevatten. De verf is daar sterk gedegradeerd, waardoor veel van de oorspronkelijke rijkdom verloren gegaan is. Vreemd genoeg werden in Pesaro’s ‘zwarte’ mantel geen zwarte pigmenten aangetroffen. De blauwe en rode pigmenten in die partij doen vermoeden dat de mantel oorspronkelijk een diepdonkere purperen kleur moet hebben gehad.

Verwervingsgeschiedenis

Vermoedelijk opdracht van Jacopo Pesaro, 1506-1511, Venetië; aldaar door Anthony van Dyck gezien vermoedelijk in de verzameling van graaf Widman, 1623; verzameling Karel I, Whitehall Palace, Londen, 1639; Somerset House (tentoonstelling nalatenschap koning), 1650; gekocht door Thomas Bagley, 23 oktober 1651; verzameling Don Juan Gaspar Henriquez de Cabrera, Madrid; door hem nagelaten aan het klooster van San Pascual, Madrid, 1691; verzameling Godoy, Madrid, 1808; eigendom van Edmund Bourke, Deens diplomaat; gekocht op veiling Edmund Bourke door koning Willem I die het aan het museum schonk, 1823.

schenking van: Willem I, 1823

Copyright en legaal

Deze afbeelding mag gratis gedownload worden. Voor professioneel gebruik of meer informatie kun je het contactformulier invullen. Lees hier meer.