Restauratie

Opwaardering dankzij restauratie 

Dat Henry Van de Velde een man van vele talenten was, is onbetwist. Toch was zijn wasvrouw uit de KMSKA-collectie niet meteen een opvallend schilderij. Of toch niet vóór restauratie. Een dikke vernissaus verborg de echte kwaliteit van het werk. Dankzij een gulle gift kon het KMSKA het werk restaureren. Vanonder de vernis verscheen een pareltje, meteen goed voor een opwaardering. Vanaf nu prijkt De wasvrouw op de lijst van 100 kernwerken van het museum!

Een bijzonder schilderij

Een vrouw hangt in de tuin de was op. De waskoord spant tussen de bomen, de zon schijnt prettig door het gebladerte. Niet zozeer het tafereel is bijzonder, wél de techniek. Henry Van de Velde experimenteert met nieuwe, postimpressionistische stijlen in dit doek en vindt zichzelf opnieuw uit.

Henry van de Velde

Henry van de Velde - De wasvrouw (1887)

Henry van de Velde

Henry van de Velde - Vrouw bij het venster

Hij gaat een stap verder dan de dromerige stipjes van het pointillisme dat we kennen van Vrouw bij het venster. Hij borstelt kordaat korte streepjes verf. Het doet denken aan Vincent Van Gogh, die hem duidelijk heeft beïnvloed. De dynamiek van de forse penseelstreken contrasteert met het beperkte kleurenpalet. Warme toetsen, mooi naast elkaar, of net in fel contrast.

Van de Velde gebruikt vooral het paletmes en dunne, gemengde verf. Die strijkt hij uit voor een vlak oppervlak. Daarbovenop borstelt hij dikke streken gesatureerde verf, rechtstreeks uit de tube. Met die dikkere toetsen legt hij accenten, zoals de armen. Ze vangen meteen de blik.

Dikke verftoetsen op o.a. de armen en de rand van een pot vallen niet alleen op omdat ze bovenop het oppervlak liggen. Door hun reliëf vatten ze het licht meer en reflecteert het anders dan op de meer gladde partijen. Het zijn echt eye-catchers.

Restaureren: een noodzaak

Net als vele van zijn tijdgenoten, de impressionisten, verniste Van de Velde zijn schilderij niet. Een latere eigenaar van het doek liet alsnog een vernislaag aanbrengen. Wellicht om het schilderij beter te beschermen, al had dit juist een tegengesteld effect.  

De laag vernis was doorheen de jaren sterk geoxideerd en erg verkleurd. Zonde: hierdoor verloor het schilderij juist een deel van zijn mooie schittering. De oorspronkelijke frisse, heldere kleuren werden doffer en vielen donkerder uit. De vernislaag was zelfs zo dik dat ze de oorspronkelijke textuur van het schilderij dichtstopte: de textuur die het werk juist haar kracht geeft. Onderlaag en accenten in reliëf vormden één laag. Er kroop bovendien wat vuil onder het vernis.

Kleuren die schitteren als vanouds

Om de doffere kleuren weer te laten schitteren, wees het KMSKA de ervaren Beatriz Lorente aan. Eerst moest de vernislaag eraf. Om zo weinig mogelijk over de verf te wrijven, gebruikte Beatriz Lorente producten die tegelijk het vernis én het vuil eronder weghaalden. Zones waar de verf was gedegradeerd, behandelde ze met een specifiek daarvoor aangemaakte, op voorhand geteste oplossing.

Van de Velde gebruikte heel vroege fabrieksverf in tube. Gelukkig van topkwaliteit: de kleuren bleven opvallend goed bewaard. Enkel het cadmiumgeel en het groen waren hier en daar verkleurd. Het geel van de zonnebloemen vertoonde donkere, broze korstjes, vooral op de impastotoetsen: de dikkere strepen verf. Dat komt vaker voor in deze kleur. In Van de Veldes tijd is cadmiumgeel heel populair omwille van haar felheid. Nadeel is dat deze kleur in de tijd aan karakter inboet. Ook het oorspronkelijke smaragdgroen werd wat bruiner. Door barstjes in het groen kwam de oorspronkelijke felle tint wel aan de oppervlakte. Handig bij de restauratie.

Vooral het cadmiumgeel en het smaragdgroen vergde extra zorg.

Afwerking met de meeste zorg

Het doek zelf vertoonde ook enkele lacunes. Via siliconenmallen bracht de restauratrice zorgvuldig vulmiddel en textuur aan op het canvas. In verschillende concentraties, naargelang de penseelstreken die ze moest imiteren.

Uit respect voor de oorspronkelijke keuze van Van de Velde kreeg het werk geen nieuwe laag vernis mee. Om de verf enigszins te beschermen, gebruikte Beatriz een sterk verdunde hars. Heel subtiel, met weinig glans. Zo lijkt het alsof het oppervlak onvernist is.

Retouches bleven tot een minimum beperkt. Typische karakteristieken van de schilder, zoals krassen en droogbarsten, behield ze. Toch drongen enkele retouches zich op om de optische kwaliteit te verbeteren, zonder blijvend in te grijpen. Beatriz gebruikte ook hier omkeerbare middelen zoals aquarelverf en acryl, aangepast aan de aldehyde-harslaag.

Tenslotte kreeg ook de houten lijst extra bescherming. Een vilttape bedekt nu de binnenkant en beschermt de randen van het schilderij. Stukjes kurk houden het werk in de juiste positie en vangen mogelijke schokjes op. Met vilt bedekte metalen plaatjes houden het schilderij goed op zijn plaats.

 

Steun een restauratie

Steun een restauratie

Rubens

Blijf verbonden!

Ontvang altijd de laatste nieuwtjes

Leopold de Waelplaats 1, 2000 Antwerpen

Samen doen we meer

vlaanderen
delen
vervloet
vivium
pab
bmw
dca

© 2021 Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen